Nederlandse baggeraars zijn populair bij de bouw van kunstmatige eilanden in het Midden-Oosten. Worden zulke projecten nu aan Nederlandse baggeraars toevertrouwd, in de negentiende eeuw waren uitsluitend Engelse ingenieurs knap genoeg om het Noordzeekanaal aan te leggen. De keuze voor de Engelsen was niet verrassend. De industriële revolutie was daar begonnen en Engelse ingenieurs en aannemers hadden de meeste ervaring met nieuwe technieken.Het simpele werkvolk kwam uit alle delen van Nederland. Het is nu onvoorstelbaar maar de ontelbare kuubs zand die zijn afgevoerd voor de diepe waterdoorgang, werden door dagloners grotendeels met de hand gespit en weggekruid. De kanaalgravers gebruikten kruiwagens om het duinzand met gebogen ruggen naar klaarstaande zandwagens te brengen die door paarden en later locomotiefjes werden afgevoerd.
Het was onwaarschijnlijk zwaar werk en de leefomstandigheden waren erbarmelijk. Veel dagloners woonden met hun gezinnen tussen het dorp Velsen en de duinen in zelfgemaakte hutten of zelfs in gaten in de grond. Door de lage lonen en een hoog drankgebruik heerste er bittere armoe onder de kanaalgravers. De aanleg van het kanaal was een waagstuk in die tijd. Er lagen al eeuwenlang plannen op de plank om een verbinding tussen het welvarende Amsterdam en de zee te maken. In de gouden eeuw lag er al een eerste blauwdruk om de rijke Amsterdamse kooplieden tevreden te stellen.
Die plannen bleken te ingewikkeld en eerst werd het 'Groot Noord-Hollands Kanaal' gegraven, van Amsterdam naar Den Helder dat in 1825 door koning Willem l werd geopend. Een keuze voor deze vaarroute leek logisch in die tijd. Het gedeelte tussen Velsen en de Noordzee is Holland op z'n smalst'. Het IJ begon ten oosten van Velsen als Wijkermeer en liep door tot in het latere IJsselmeer. Een belangrijke bedenking tegen het kanaal - sluizen waren in de gedachten van mensen nog geen gemeengoed - was dat Amsterdam het risico zou lopen onder water te lopen. Juist daarom kwamen die Engelse ingenieurs met hun sluizen zo goed van pas en in 1865 ging de eerste spade de grond in nabij de huidige kleine sluis.
Het toentertijd lieflijke dorp Velsen werd door de gestage invasie van Nederlandse en Engelse kanaalgravers langzamerhand ontwricht. De aanleg van het kanaal ging niet van een leien dakje. Er waren diverse tegenslagen, zoals financiéle problemen om de dagloners te betalen wat natuurlijk tot grote onrust leidde. Ook werd het gebied in 1866 getroffen door de 'Aziatische cholera' met veel slachtoffers. Tussen de Nederlandse dagloners en de Engelse arbeiders liep het ook niet lekker. De Engelsen woonden in Wijkeroog aan de noordkant van het kanaal en de Nederlandse kanaalgravers leefden aan de andere kant, op 'De Heide'. Bovendien waren er stormen, zoals een woeste oktoberstorm in 1873 die gaten sloeg in de nieuwe havenhoofden en grote kranen kapot sloeg.
Ondanks al deze tegenslag waren er ook grote winnaars bij de
aanleg van het kanaal. Neem bijvoorbeeld de heren Bik en Arnold,
die in het ongerepte boerengebied de Breesaap veel grond kochten
die ze met veel winst weer doorverkochten aan de
Kanaal-Maatschappij. Het waren slimme zakenlui, die nu
grondspeculanten zouden worden genoemd en van wie de namen nog
doorklinken in de Bik en Arnoldkade in IJmuiden. In I876 was het
kanaal klaar en bevaarbaar. Op 1 november van dat jaar kwam niemand
minder dan koning Willem III de openingsplechtigheid verrichten. In
Velsen hadden ze zich goed voorbereid. Het station was vergroot en
er kwamen extra treinen met gasten die door stoomboten naar de
Noordzeesluizen werden gebracht. Toen de koning bij de enorme
feesttent aankwam, klonken er 101 kanonschoten waarna de koning de
nieuwe Noordzeehaven een nieuwe naam gaf: IJmuiden: oftewel monding
aan het IJ.Voor Amsterdam betekende de opening ook een groot feest
omdat er eindelijk een korte verbinding was met de Noordzee. In
Velsen, tot dan een klein agrarisch dorp, zou het nooit meer
hetzelfde zijn. Het kanaal moest door het opstomen van de
scheepvaart met steeds bredere schepen nog enkele malen worden
verbreed. De Iaatste keer gebeurde dat eind jaren zestig van de
vorige eeuw, toen weer een strookje van het schilderachtige dorp
Oud-Velsen werd afgesneden en woningen moesten wijken. Een monument
aan het
Noorderdorppad aan het Noordzeekanaal Iaat zien hoe het dorp -
ooit de kern van Velsen met een
raadhuis - omwille van welvaart en scheepvaart steeds verder is
geslonken.
Het pantserfort op Forteiland aan de monding van het kanaal is gebouwd tussen 1881-1888 als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Het is het enige fort buiten de ring van de stelling om de toegang tot Amsterdam via de Noordzee onmogelijk te maken. In de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het fort voor hun verdediging, nu is Forteiland een plek voor uitstapjes en evenementen.
- Het Noordzeekanaal leidde tot grote veranderingen in Velsen. Een ingeslapen boerengemeenschap veranderde in een havenstad met zware industrie en visserij.
- Enkele Engelsen die het graven van het kanaal niet overleefden werden ter aarde besteld op het kerkhof van de Engelmunduskerk in Oud-Velsen.