Een belangrijke man voor Amstelland
Jan Benningh was een belangrijke man voor Amstelland. Over de rivier de Bullewijk is er een brug die naar hem vernoemd is. Hij begon als schepen en later werd hij schout. Uiteindelijk bracht hij het tot raadsheer aan het Hof van Holland. Hij trouwde een rijke boerendochter uit Diemen en was de bezitter van een buitenplaats. De buitenplaats, Kostverloren stond aan een prachtige plek aan de Amstel. Maar hij werd bekend door zijn strijd tegen het water.
Het water geeft problemen
In de tweede helft van de vijftiende eeuw steeg de zeespiegel. Tegelijkertijd daalde de bodem door de veenontginning. In de Rijn en de Hollandse IJssel werden dammen gelegd. Al het water uit de Utrechtse polders moest naar het noorden afgevoerd worden. Hiervoor werd een kanaal gegraven en de boeren uit de polders mochten tegen betaling hun water lozen. Maar het ging toch mis. De Vecht voerde te weinig water af naar de Zuiderzee.
Dammen worden gesloopt
De Stichtse boeren bij Heicop maakten hun eigen plan. Zij voerden hun water af naar de Amstel. Ze hielden zich niet aan de afspraak en ook betaalden ze niet. De Hollanders mochten nu een dam slaan in de Aa bij Breukelen. De dam werd gesloopt door de boeren uit Heicop. Er kwam een nieuwe dam, ook deze werd kapot gemaakt. Weer werd er een nieuwe dam gebouwd, maar ook deze bleef niet heel. Ook andere dammen werden doorgestoken. Iedere keer door de Stichtse boeren. Amstelland bleef dus last houden van het water.
Jan Benningh grijpt in
Jan Benningh vond dat het niet langer kon. Hij probeerde de boeren in het Sticht mee te krijgen. Hij dreigde een dam te slaan in het riviertje de Holendrecht. De boeren waren niet onder de indruk. Daarop besloot Jan Benningh in 1524 om drie dammen te bouwen. In het Gein, De Bullewijk en de Oude Waver. De Stichtse boeren dreigden opnieuw met acties.
Naar de keizer
Jan Benningh kende verschillende mensen aan het hof van keizer Karel V. Hij riep hun hulp in om tot een oplossing te komen. Op 27 september 1525 viel er een beslissing. Er kwam een Hoogheemraadschap van Amstelland. Zij moesten er voor zorgen dat er geen onrechtmatig water meer werd ingevoerd. De dammen in het Gein en de Oude Waver moesten weggehaald worden. De dam bij Bullewijk kon blijven van Karel V. Dit was voor de Amstellanders heel gunstig. De dam lag in het hart van Ouderkerk aan de drukke route van Amsterdam naar Utrecht. Pas in 1649 kwam er een vrije doorvaart voor de schepen in de Bullewijk.