De Diezerstraat kan als de hoofdstraat van Zwolle worden aangemerkt. Zij is de winkelstraat bij uitnemendheid; alle takken van winkelnering vindt men daar vertegenwoordigd, en verscheidene perceelen zijn in de laatste jaren door fraaie onderpuien of geheel nieuwe gevels uitermate verfraaid; door de zorg van het Gemeentebestuur zijn een groot aantal der ouderwetsche "stoepen" door een breed trottoir vervangen. [Loo, C.J. van der, Zwolle in woord en beeld (Zwolle 1904)]
Ruim 100 jaar later is de Diezerstraat nog altijd dé
winkelstraat van Zwolle. En veel van de panden uit die tijd zijn er
nog altijd, al zijn de "fraaie onderpuien" bijna onherkenbaar
veranderd door noodzakelijk geachte aanpassingen aan het moderne
winkelbedrijf. Wie nog iets van de oude Diezerstraat wil zien, zal
vooral naar boven moeten kijken. De oude gevels die daar nog te
zien zijn, maken ook duidelijk dat de Diezerstraat niet altijd een
winkelstraat is geweest.
De Diezerstraat is één van de oudste straten van Zwolle.
Vermoedelijk stonden er al huizen in de 13de eeuw en zeker vanaf de
14de eeuw. De straat was toen al de uitvalsweg naar het noorden en
oosten van ons land. Wie die kant uitmoest verliet de stad, na het
passeren van de Smeden, door de Diezerpoort (ca. 1475), één van de
drie grote stadspoorten. Voor de Diezerpoortenbrug zijn nu in het
wegdek de omtrekken van de in 1829 gesloopte poort gemarkeerd.
Omstreeks 1309 werd langs de Diezerstraat en grenzend aan het
Koningsplein en de Oude Vismarkt het Heilige Geestgasthuis gebouwd.
In het gasthuis konden bedelaars, zwervers, pelgrims, rondtrekkende
heelmeesters, kunstenaars en andere mensen zonder vaste woon- en
verblijfplaats, voor 2 dagen onderdak en voedsel krijgen. Gezien de
functie van de Diezerstaat als doorgangsweg voor reizigers was dit
een logische keuze. Het Heilige Geestgasthuis was de eerste
liefdadigheidsinstelling van Zwolle.
In de eeuwen daarna groeide de Diezerstraat uit tot één van de
belangrijkste straten van Zwolle. Hier woonden net als in de
Walstraat en de Kamperstraat veel van de vermogende Zwollenaren.
Veel gevels geven daar nog steeds een goed beeld van. Ze zijn
merendeels afkomstig uit de periode na de Middeleeuwen, wat te zien
is aan de 17de-eeuwse hals- en klokgevels. Het belang van de straat
voor de stad werd nog eens geaccentueerd toen het provinciaal
bestuur zich in 1803 in de Diezerstraat vestigde, op de plaats waar
nu de Openbare Bibliotheek is gehuisvest. In 1898 werd daar de
Statenzaal gebouwd.
Tot in de 19de eeuw was de Diezerstraat bij uitstek de straat waar
kooplieden, ambachtslieden en kleine winkeliers woonden. De
Zwollenaren kochten hun levenmiddelen ook op één van de vele
markten in de stad. Deze situatie veranderde aan het eind van de
19de eeuw ingrijpend door de gestegen levensstandaard. Allerlei
producten waren niet alleen meer voorbehouden aan de
welgestelden.
Steeds meer eigenaren verkochten hun huis in de Diezerstraat, dat
daarna werd verbouwd tot een winkel. Ondertussen was ook het
verkeer in de straat flink toegenomen. Vanaf 1885 reed de
paardentram van de Zwolsche Tramweg Maatschappij erdoor.
Het werd zo druk dat In 1907 de fraaie stoepen, afgezet met
paaltjes of hekwerk, werden afgebroken. Ze maakten plaats voor een
eigentijds trottoir dat de voetgangers beter beschermde tegen het
toenemende verkeer.
Ingrijpender voor het aanzien van de Diezerstraat was de vervanging
van de onderpuien door moderne etalages met grote ramen. De
bovenpuien hadden in deze jaren minder te lijden van de komst van
de winkels. Maar de verandering van de straat ging door. Net als in
de centra van andere grotere steden in ons land verschenen in de
beginjaren van de 20ste eeuw de eerste grootwinkelbedrijven voor
levensmiddelen en kleding in Zwolle.
Grootgrutter Albert Heijn vestigde zich in november 1912 in de Diezerstraat en 3 jaar later de kruidenierszaak van De Gruyter. Aan het einde van de jaren twintig ging Vroom & Dreesmann open. Er waren ook nieuwkomers op ander gebied: in 1912 verdween Melkinrichting De Kroon, om plaats te maken voor de gelijknamige bioscoop, de eerste in Zwolle. Ondanks al deze veranderingen bleef drogisterij De Oude Gaper (1782-1990) voorlopig bestaan.
In de jaren zestig van de 20ste eeuw werd duidelijk dat er in de Diezerstraat geen plaats meer was voor gemotoriseerd verkeer. Bij de bestemming van de straat kregen de belangen van het winkelende publiek voorrang. Het tijdperk van de Diezerstraat als verkeersweg werd in september 1970 symbolisch afgesloten toen burgemeester Drijber als laatste Zwollenaar een ritje met een oldtimer door de straat maakte. In de jaren die volgden zou de Diezerstraat steeds meer zijn eigen karakter verliezen. De winkels zijn niet meer typisch Zwols en in toenemend mate zelfs niet meer typisch Nederlands. Maar wat gebleven is, is de schoonheid van het bovenste deel van de gevels.