Thuredrech

Dirk IV bij Thuredrech gedood

Langs de oevers van het riviertje de Thuredrech ontstond op ontginningen van veengebieden een gemeenschap van boeren en vissers, die zich op den duur steeds meer zou ontwikkelen naar bedrijvigheid op het gebied van handel, vervoer en overslag van goederen.

De Thuredrech
Lang werd gedacht dat de naam 'Thuredrech' of 'Thuredrith' een oorsprong vond in de Thure, een riviertje dat in de tijd van Dirk IV tussen de Dubbel en de Merwede stroomde. Op de plek waar Dordrecht ontstond, zou een doorwaadbare plaats (‘drecht’) zijn geweest. Gezien de breedte van de Thure wordt die theorie echter betwijfeld.
Volgens een andere interpretatie zou het eerste deel van de naam (‘thure’) ‘door’ betekenen en het tweede (‘drech’) naar ‘trekken’ of ‘slepen’ verwijzen. Hiermee wordt dan bedoeld dat de schepen een eind voortgetrokken moesten worden, omdat de rivier op deze plek lastig te bezeilen was.
Overstromingen en stormvloeden hadden in de middeleeuwen een grote invloed op het landschap. En in dit nieuwe landschap kwam Dordrecht steeds gunstiger en centraler te liggen voor het verkeer over de omliggende rivieren. Zo kon de stad zich al snel ontwikkelen tot de belangrijkste stad van Holland.

Dirk IV
Dirk IV volgde in 1039 zijn vader Dirk III op als graaf van West-Frisia (dat grofweg het gebied langs de kust van Texel tot Zeeland besloeg en pas later zou worden aangeduid als Holland). Dit graafschap maakte deel uit van het Duitse Rijk, waarin Hendrik III eerst als koning, en later als keizer de scepter zwaaide.
Net als zijn vader had Dirk IV landuitbreiding hoog in het vaandel staan. Aan de oostgrens (met Utrecht en iets zuidelijker richting Brabant) werd middels ontginningen het nodige aan land gewonnen. Dat nieuwe land was echter wel onderdeel van gebieden waar de bisschoppen van Utrecht en Luik ook aanspraak op maakten.

Het gevolg was dat Hendrik III de graaf tot tweemaal toe met harde hand moest dwingen binnen het eigen gebied te blijven. Maar ook de derde keer ging Dirk weer gewoon zijn gang zodra het gevaar geweken was. Daarnaast maakte hij zich schuldig aan plunderingen op het grondgebied van genoemde bisdommen, alsmede op bezit in Brabant van de bisschop van Metz. Voor de drie benadeelde kerkheren was de maat inmiddels vol en begin 1049 trokken zij ten strijde om definitief met Dirk af te rekenen.

Dirk IV bevond zich in 'Thuredrech'. Het is niet ondenkbaar dat hij ter plekke enige verdedigingswerken had opgericht, waarbinnen hij zich veilig waande. Hij was er in ieder geval 'te weinig op zijn hoede voor zijn vijanden'. Want deze hebben hem uiteindelijk overmeesterd en gedood. Zo staat het althans in de Annalen van Egmond, een kroniek waarin we voor het eerst van de plaats Dordrecht vernemen.

De legende wil dat dit zich ergens tussen de huidige Gravenstraat en de Schrijversstraat (tussen Wijn- en Wolwevershaven) afspeelde. Maar of dat waar is?

Dirk IV was ongeveer dertig jaar oud toen hij in 1049 stierf. Hij was ongehuwd en kinderloos en werd opgevolgd door zijn broer Floris I (ca. 1025-1061).

Zo maken we voor het eerst kennis met de naam van onze stad, waar in 1064 al een kapel, de voorloper van de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk, moet hebben gestaan. Van een stad was echter nog geen sprake. Er stonden hooguit wat houten bouwsels en boerderijen op verhogingen ('hillen') langs het water.