Verovering stadsvaandel Oldenzaal

Het klootschieten

Tijd van pruiken en revoluties

Zolang mensen onze aardkloot bevolken, hebben ze op allerlei manieren elkaars krachten en behendigheden gemeten. Een oude tak van sport is klootschieten. Volgens onderzoekers zou klootschieten terug te voeren zijn op het Germaanse steenwerpen. Vroeger was het een sport die vooral door de beter gesitueerden werd beoefend. De oudste schriftelijke vermelding in Nederland dateert uit het jaar 1390. Toen liet graaf Albrecht van Beieren in Haarlem een "clootschietbaan" aanleggen. Gaandeweg werd klootschieten een sport voor het gewone volk, het "klootjesvolk". Wellicht mede vanwege het feit dat de protestantse kerk sportactiviteiten op zondag verbood, bleef het klootschieten juist in het overwegend katholiek gebleven Noordoost-Twente bestaan.

Een spel vol emotie

Voor de beoefenaars is het meer dan een spel. Voordat in competitieverband werd klootgeschoten, kwamen wedstrijden tot stand doordat bijvoorbeeld buurschappen elkaar uitdaagden. Het spel begint met het ophangen van een al dan niet met een strik versierde kloot bij de aanvoerder van de tegenpartij. Zodra deze de kloot naar beneden haalde, was de uitdaging aanvaard. En dan werd de strijd met hart en ziel aangegaan. G.B. Vloedbeld schreef in 1931: "Een Twentsche klootschieterswedstrijd geeft een typisch kijkje op de volksaard. Twentenaren zijn een kalm slag mensen, maar wie een klootschieterswedstrijd bijwoont, kent dit volk niet terug. Dan is het of wederom iets van den woesten hartstocht der Germanen vaardig wordt over de nazaten der Saksen." Het principe van klootschieten is simpel: Wie gooit de met lood verzwaarde houten bal het verst? De eer van een complete buurt of stad stond op het spel. Niet zo verwonderlijk dat een wedstrijd tussen de steden Oldenzaal en Ootmarsum in 1747 kon uitlopen op een legendarische krachtmeting, waar eeuwen later nog over gepraat wordt.

De klootschieterswedstrijd tussen Oldenzaal en Ootmarsum

Op 27 januari 1747 vond op de "Duustervoort" bij Rossum een beladen wedstrijd plaats. Men trok met roffelende trom en wapperende banieren ten strijde. Burgemeester Cramer voerde de delegatie uit Ootmarsum aan. De Oldenzalers, waarschijnlijk onder leiding van hun burgemeester, droegen de stadsbanier van de H. Plechelmus met zich mee. De inzet van de wedstrijd was bepaald op 80 dukaten. Met geestdrift traden beide partijen tegen elkaar in het krijt en..... Oldenzaal verloor. Zij waren van tevoren zozeer overtuigd van hun overwinning dat zij de 80 dukaten niet eens hadden meegenomen. Men zei dat Ootmarsum de overwinning te danken had aan een Oldenzaalse schutter die, smoorverliefd op een meisje uit Ootmarsum, bij het laatste schot opzettelijk de verkeerde kant op schoot. Hoe dan ook, de wedstrijd ontaardde in een ware veldslag. Daarbij maakten de Ootmarsummers het Oldenzaalse vaandel buit en droegen het in triomftocht de stad binnen.

Het Oldenzaalse vaandel

Het vaandel werd van meet af aan angstvallig bewaakt, bij feestelijke gelegenheden onder gejuich der bevolking rondgedragen en telkens weer veilig opgeborgen bij de familie Cramer. Uiteraard probeerde Oldenzaal het vaandel terug te kopen of via een nieuwe krachtmeting te heroveren. Tot zaken kwam men nimmer. Diverse pogingen om met schelmenstreken het vaandel terug te krijgen mislukten. In 1930 ontstond in Ootmarsum grote consternatie toen bekend werd dat het vaandel overgebracht was naar het Rijksmuseum in Enschede. De protesten hadden tot gevolg dat het dundoek 's nachts teruggehaald werd naar de Siepelstad. Veilig bewaard tussen glasplaten heeft het jarenlang het Ootmarsumse stadhuis gesierd. Na de gemeentelijke herindeling en de verkoop van het stadhuis kreeg het een plekje in de plaatselijke bibliotheek.

Revanche

Eind jaren negentig werd een lovenswaardig initiatief genomen. Op 27 januari 1997 werd door een grote afvaardiging van alle Oldenzaalse klootschietersverenigingen onder leiding van locoburgemeester J. Lempsink de "kloot opgehangen" in het stadhuis te Ootmarsum. Deze werd door burgemeester J. Verbeeten naar beneden gehaald, waarmee Ootmarsum de uitdaging aannam. Op 25 mei van dat jaar, na 250 jaar, ontmoetten beide steden elkaar weer in een wedstrijd. Oldenzaal won. Vanaf het jaar 2000 wordt deze historische wedstrijd elke vijf jaar gespeeld.