In 1928 besloot de gemeenteraad van Olst het leegstaande huis Ter Spille aan de Benedendijk te kopen, daarbij inbegrepen de grote, fraai aanlegde tuin achter het huis. Doel van de aankoop was de toekomstige bebouwing van het terrein, door de uitgifte van bouwkavels en de aanleg van wegen, in een door de gemeente gewenste richting te sturen. Het gemeentebestuur ging zich door de aankoop van Ter Spille voor het eerst actief bezighouden met de ruimtelijke ordening van het dorp. De bebouwing van Olst was aan het begin van de vorige eeuw geconcentreerd langs de Rijksstraatweg, de Benedendijk en rondom de oude dorpskerk. Tussen deze wooncentra bevond zich een grotendeels leeg gebied, waarin grote boerderijen als Kortrick en Overdorp waren gelegen, evenals landgoed Westervoorde. De gemeente stelde zich ten doel om deze woonkernen met elkaar te verbinden door het lege middengebied te bebouwen.
Volkshus Ter Spille?
Het gemeentebestuur had geen vastomlijnde plannen voor de
toekomst van huis Ter Spille. Er waren meerdere opties.
Burgemeester Bentinck speelde een tijd met de gedachte om het te
laten verbouwen tot ambtswoning, maar ook de notaris wilde het
representatieve pand wel kopen of huren. Het Nutsdepartement Olst
wilde er een bewaarschool vestigen.
Het door de SDAP gelanceerde plan om Ter Spille om te bouwen tot
dorpshuis of Volkshus leidde tot een felle dorpsdiscussie,
waarbij het Olster verenigingsleven nauw betrokken was. Het
Volkshus moest volgens de plannenmakers ten minste worden
uitgerust met vergaderzalen, een badhuis en een bewaarschool en
worden beheerd door een conciërge. De prachtige tuin diende deels
te worden behouden en omgebouwd tot openbaar plantsoen, voorzien
van een muziektent. Het ambitieuze plan werd echter na langdurige
discussies en veel financieel rekenwerk door de gemeenteraad
verworpen. De jaarlijkse exploitatielasten van deze gemeentelijke
voorziening zouden volgens een meerderheid in de raad zo hoog
oplopen, dat ze de toekomstige begroting van de gemeente Olst
volledig zouden hebben ontwricht. Uiteindelijk werd besloten om Ter
Spille in afzonderlijke eenheden op te splitsen en te verhuren.
Tegenwoordig is het statige huis weer in particuliere handen.
Nieuwe woonwijken
Kort na de aankoop van huis Ter Spille werd de dr. H.G. Pluimstraat aangelegd (Pluim woonde jarenlang in het huis en had er zijn huisartspraktijk gevestigd). De gemeente verdeelde de aan de nieuwe weg gelegen grond in bouwkavels, die aan particulieren werden verkocht. Een paar jaar later werd ook boerderij Overdorp aan de huidige Jan Schamhartstraat, gelegen tegenover het huidige Holstohus, aangekocht. Op de bijbehorende landerijen werden twee nieuwe straten aangelegd (Burgemeester Bentinckstraat en een deel van de Koningin Julianalaan) en verrees in fasen de eerste nieuwbouwwijk van Olst met zogenoemde middenstandswoningen. In 1939 werd opnieuw een belangrijke stap gezet op weg naar het "geplande" dorp: een extern bureau kreeg opdracht om een uitbreidingsplan te ontwerpen, dat voorstellen moest bevatten voor de toekomstige ruimtelijke ordening van de dorpen en buitengebieden in de gemeente Olst. Na de voltooiing van dit plan-Overdorp breidde het dorp Olst zich verder uit in noordoostelijke richting door de bouw van een tweetal nieuwe woonwijken, die werden aangeduid als plan-Westervoorde (de latere Oranjewijk; jaren vijftig en zestig) en plan-Olst N.O (de latere Graanwijk en de Staatsliedenwijk; jaren zestig en zeventig). Aan het einde van de jaren zeventig werd een begin gemaakt met de aanleg van de grote nieuwbouwwijk Kortrick. Ook in Boskamp, Den Nul en Wesepe kwamen nieuwe woonwijken tot stand.