De mensen die in de Romeinse tijd aan de zuidkant van de Holterenk woonden, hadden ongetwijfeld een naam. Als we de schoolboekjes mogen geloven waren het Germanen, maar het is zeer de vraag of zij daar zelf ook zo over dachten. Het is best mogelijk dat de naam "Germaan" door de Romeinen is bedacht als gemeenschappelijk aanduiding voor alle "wilde volkeren" ten noorden en westen van de grens van het Romeinse rijk. Later in de Romeinse tijd duiken de namen "Franken" en "Sali" op. Vermoed wordt dat een groep met de naam "Sali" (Saliërs) deel uitmaakte van de Franken en dat het huidige Salland hun thuisbasis was.
Saliërs
In de jaren 1990-2000 hebben archeologen bij Colmschate en Heeten resten van grote nederzettingen onderzocht waar deze lieden gewoond kunnen hebben. Zowel in Colmschate als Heeten moeten grote boerderijen hebben gestaan. Mogelijk waren deze "Salische Franken" ook de bewoners van de gevonden nederzetting bij het Beukenlaantje in Holten. Bekend is dat in de 4de eeuw een groep Salische Franken zich, na een tussenstop in de Betuwe, heeft gevestigd in het huidige Frankrijk.
Permanente bewoning
Dat er al lang mensen op het grondgebied van Holten woonden, betekent niet dat het dorp zelf zo oud is. Prehistorische woonplaatsen werden namelijk van tijd tot tijd verplaatst, onder meer omdat de grond die men bewerkte uitgeput raakte. Het is niet bekend op welk moment men zich definitief vestigde op de plaats die nu Holten heet. Er zijn wel een paar aanwijzingen. Aan het eind van de 9de eeuw groeide de bevolking in Salland sterk. Het gebied ten westen van de IJssel lag indertijd onder Saksische invloed. De namen die eindigend op -lo (Espelo, Loo) en op -hem of -heim (Bathmen) zijn typisch Saksisch. Het is aannemelijk dat in de holte van de Sallandse heuvelrug, op de route van het opkomende Deventer naar Munster, een nederzetting ontstond. Sporen van bewoning uit deze tijd zijn niet gevonden. Uit opgravingen aan de Reilinksweg bleek wel dat Holten in de 11de en 12de eeuw bewoond is geweest. Gezien de resultaten van archeologische opgravingen in de andere dorpen in de buurt, kunnen we aannemen dat Holten ook vanaf de 9de eeuw een vaste woonplaats werd.
Ideale omgeving
De ligging van Holten tussen de Holterberg, de Beuseberg en de Zuurberg was voor eerste bewoning zeer geschikt. Er was volop bos, heide, water en moerasgrond (veen) en bovendien was er op de Borkeld voldoende leem voorhanden. De zuidhelling bleek voor de landbouwers zeer geschikt te zijn en daar werd dan ook laag voor laag de "enk" gevormd. Ten zuiden van Holten zijn de laaggelegen broeklanden met rietvelden, die nut hadden voor de toenmalige bewoners. De grond was nog gemeenschappelijk bezit en iedereen kon zich er vestigen. Holten bestond waarschijnlijk enkel uit wat verspreid liggende boerderijen. Een echt dorp werd Holten vermoedelijk pas in de 14de eeuw.