De machtige en aanzienlijke familie Van Voorst stond in de maatschappelijke hiërarchie van de vroegere Olster samenleving op de hoogste sport van de ladder. Ze bewoonde ruim 300 jaar de havezate Averbergen, die aan het einde van de Middeleeuwen was ontstaan uit de samenvoeging van twee erven van het vrouwenklooster van Essen, Berghe Johansgud en Voerde, en die vervolgens in de vroegmoderne tijd aanzienlijk werd uitgebreid door een reeks grondaankopen.
Heren van Averbergen
De lange geschiedenis van de familie Van Voorst op het adellijke goed Averbergen begon in het jaar 1507, toen Johanna Sticke en Johan van Voorst dankzij haar moeder de beschikking kregen over het adellijke huis of havezate. Hun zoon Derk van Voorst hield van 1566 tot 1569 het goed in leen. Daarna werden volgens het leenregister van het Essense vrouwenklooster achtereenvolgens elf generaties Van Voorst met het Averbergen beleend, van wie Hendrik Casimir en Derk Ernst in de 18de eeuw het landrentmeesterschap van Salland bekleedden. Marius van Voorst woonde op Averbergen tot de verkoop van het goed in 1814.
De havezate
Johan van Voorst verscheen vanaf 1511 als riddermatige op de
landdag van Overijssel. Ook zijn nakomelingen, heren van
Averbergen, kregen toegang tot de Overijsselse ridderschap en
daarmee tot het provinciale bestuur en allerlei publieke ambten.
Het bezit van een havezate gold als belangrijkste voorwaarde voor
toetreding van een edelman tot de ridderschap. Behalve
Averbergen telde de vroegere gemeente Olst nog zes andere
havezaten: Boskamp, Boxbergen, Dingshof, de Haere, Hoenlo en de
Hogenhof.
De landbouw was vanouds de economische peiler onder de havezaten.
De eigenaar ontving jaarlijks pacht in geld en/of natura van de
bijbehorende boerderijen. Ook de bosbouw leverde enige inkomsten
op. Maar de bossen waren vooral bedoeld voor de jacht. De
buitenhuizen werden in de loop van de tijd steeds meer verfraaid en
verrijkt met siertuinen en parkbossen. De havezaten hebben met hun
oude akkers en boerderijen, statige lanen en bossen zo een stevige
stempel gezet op het landschap.
Functies en bezittingen
De familie Van Voorst van Averbergen wist haar bezit in de buurschap Olst gestadig uit te breiden. De havezate met zijn lanen, bouwhuizen, schuren, hoven, boomgaarden en akkers was gelegen in een vierkant tussen de Kleistraat en de Jan Hooglandstraat. Daarnaast bezat de familie een groot aaneengesloten complex landerijen aan de overzijde van de Jan Hooglandstraat, dat liep van de Immerzeelbrug via de Olsterkamp naar de Jan Schamhartstraat. Daarenboven was de familie Van Voorst lange tijd eigenaar van de korenmolen aan de Rijksstraatweg en stichter en mede-eigenaar van een olie- en pelmolen, de tegenwoordige Bökkers Mölle. Op het hoogtepunt van haar macht was ze tevens in het bezit van de erfelijke functies van kerkmeester en markerichter van Olst en had ze het recht om, samen met andere protestante eigenaren van havezaten, de predikant in Olst te benoemen.
Neergang
Het geslacht Van Voorst van Averbergen kreeg in de loop van de
18de eeuw onverwacht en zonder duidelijk aanwijsbare oorzaken met
grote financiële problemen te kampen. Bovendien ontstond er in de
laatste decennia van die eeuw, onder invloed van de
Patriottenbeweging, krachtig politiek verzet tegen de bevoorrechte,
maatschappelijke positie van de familie.
Sommige historici wijten de verslechtering van de financiële
positie van Van Voorst en andere edellieden vooral aan hun geringe
commerciële en bedrijfsmatige interesse. Mede daardoor zouden de
pachtopbrengsten zijn achtergebleven bij de sterke stijging van de
prijzen van graan en zuivelproducten in de 18de eeuw. Mogelijk is
de financiële misère ook een gevolg van de geldverspillende
levenswijze van de adel. Hoe het ook zij, de familie Van Voorst
ging gebukt onder zware schulden en was daardoor genoodzaakt ook
haar laatste bezittingen in Olst aan het begin van de 19de eeuw te
verkopen. Al eerder werd de macht van de familie in kerspel en
marke beperkt. Zo werden haar bijvoorbeeld de functies van
kerkmeester en markerichter, mede door toedoen van het patriotse
stadsbestuur van Deventer, ontnomen. Veel havezaten zijn nadien
gesloopt. Dat geldt ook voor Averbergen. In Olst zijn Hoenlo,
Boxbergen en de Haere, dankzij hun functie als buitenplaats voor
veelal Deventer inwoners, bewaard gebleven. De havezaten maken
onderdeel uit van een landgoederenzone die doorloopt tot aan de
stad Deventer.