De markenorganisaties speelden een cruciale rol bij de totstandkoming van waterstaatkundige werken zoals dijken en weteringen in de late Middeleeuwen en bij het beheer van gemeenschappelijke gronden in de buurschappen. In latere eeuwen zien we dat het takenpakket en de bestuurlijke invloed van veel marken in de IJsselstreek geleidelijk aan verminderde, vooral door de sterke daling van hun gemeenschappelijke grondbezit en de sterke positie van waterschap en kerspel, die een deel van de werkzaamheden van de marken overnamen. Dat gold bijvoorbeeld voor de marken Duur, Fortmond, Olst en Welsum, die tot het kerspel Olst behoorden. Kenmerkend voor hun afgenomen invloed is, dat het bestuur van deze marken in de 18de en 19de eeuw doorgaans met zeer lange tussenpozen vergaderden. Er was kennelijk weinig te doen voor de markerichter en zijn medebestuurders.
Marke Wesepe bleef van grote betekenis
Deze conclusie geldt echter niet voor de marke Wesepe. Die was tot in de 18de eeuw nog van cruciale betekenis, als beheerder van een zeer omvangrijk grondbezit van heiden, weiden en bossen in de buurschap en vanwege het bestaan van het kerspel Wesepe, waaronder behalve de marke van die naam ook nog de marke Averlo viel, evenals enkele boerderijen in de marke Heeten. In verband hiermee droeg de marke Wesepe in de 18de eeuw de zware verantwoordelijkheid voor de instandhouding van kerk, pastorie, kosterie en school.
Het kerkgebouw
Het onderhoud van deze gebouwen en dan in het bijzonder het onderhoud van het eeuwenoude kerkgebouw ging de financiële draagkracht van de schaars bewoonde buurschappen Wesepe en Averlo ver te boven. Men zat voortdurend in geldnood. Zo rapporteerde de kerkmeester in 1745 dat het kerkgebouw boven en beneden in zeer slechte toestand verkeerde. Er werd een noodreparatie uitgevoerd, maar tien jaar later had men alweer te kampen met ernstige daklekkages. Er moest dikwijls een beroep op de goedgeefsheid van de lidmaten worden gedaan; ook het kerspel Olst moest af en toe bijspringen. Nog in 1950 heeft de bevolking een groot bedrag bijeengebracht om de dringend noodzakelijke restauratie van de kerk mogelijk te maken, dit keer geholpen door de onmisbare financiële bijdragen van Rijk en provincie. Het is al met al een wonder dat de kerk van Wesepe behouden is gebleven.
Het tegengaan van illegale vestigingen
Een andere belangrijke taak van de marke was de instandhouding van de gemeenschappelijke grond van de erfgenamen en de controle op het gebruik ervan. Men moest in het bijzonder illegale vestigingen op markengrond verhinderen, een urgente aangelegenheid in de 18de eeuw vanwege de snel groeiende bevolking. Arme gezinnen probeerden een stukje grond van de marke te kopen of desnoods zonder toestemming te bezetten om er een huis te bouwen en stukje land te ontginnen. In Wesepe slaagde men er goed in om de toename van de illegale bewoning, door een effectief controle-apparaat, binnen de perken te houden. Dit in tegenstelling tot marken als Olst, Duur, Fortmond en Welsum, waar de bevolking sterk toenam door tal van nieuwe vestigingen op markengrond. Die ontwikkeling was overigens in overeenstemming met de belangen van grote kleiboeren, die zo konden beschikken over goedkope arbeidskrachten.
Onderhoud van land- en waterwegen
Ook aanleg en onderhoud van landwegen waren van oudsher taken van de marken. Het bestuur van de marke Wesepe stelde daarvoor een werkplan op, waarin elk gezinshoofd het onderhoud van een bepaald wegsegment kreeg toegewezen. In 1751 was bijvoorbeeld erve Kistemaker belast met het segment "van het hecke voor Klaashofje tot aen de bleecke bij Kistemaker." De erven Lenderink en Middeldarp "van de bleecke bij Kistemaker tot bij het Middeldarp." De marke legde dus voor het wegenonderhoud een soort belasting in natura op. Op dezelfde wijze werd het onderhoud van waterwegen geregeld, zoals de Kleine en Grote Vloedgraven. Voor de bouw van bruggen, duikers en dergelijke schakelde men technische deskundigen in, de bouwkosten werden dan gezamenlijk door de erfgenamen van de marke betaald. De marke Wesepe werd op 29 juni 1878 formeel opgeheven, nadat ze haar grondbezit in de voorafgaande jaren had verkocht en de zorg voor de infrastructuur in het gebied, zoals wegen, bruggen, duikers en waterleidingen, had overgedragen aan de gemeente Olst.