De stoomtram

Nieuwe vervoersmogelijkheden

Tijd van burgers en stoommachines

Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw zorgden nieuwe vervoersmogelijkheden ervoor dat Nieuwleusen veel beter bereikbaar werd. In 1864, 25 jaar na de opening van de eerste spoorlijn in Nederland, reed de eerste trein van het Staatsspoor via de spoorbrug Zwolle binnen. 3 jaar later was de spoorlijn doorgetrokken naar het noorden en reed er ook een trein naar Nieuwleusen, Staphorst en Meppel. Het station voor Nieuwleusen kwam bij de brug over de Dedemsvaart en werd station Dedemsvaart-spoor genoemd. Dat was wel erg ver van de bewoonde wereld en daarom verzochten de heren J. Bosch Bruist, burgemeester van Nieuwleusen, en B. Berends Azn., grondeigenaar te Dedemsvaart, in 1880 de Staten van Overijssel om subsidie voor de aanleg van een stoomtramlijn van het station Dedemsvaart aan de Staatsspoorlijn Zwolle-Meppel naar het marktplein in Dedemsvaart.

DSM

Het had nog heel wat voeten in aarde voor die tram er kwam. In 1884 belegden J.D. Ruys, G.C.J. van Hemert van Dalvoorde, C. Piek en W.J. baron van Dedem een vergadering om de NV Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij (DSM) op te richten. De Staten van Overijssel zegden subsidie toe. De tramlijn mocht langs de provinciale weg worden aangelegd. Op 12 oktober 1886 reed de eerste tram van Dedemsvaart-dorp langs het kanaal naar Dedemsvaart-station. De stoomlocomotief trok meestal een personenwagon en één of twee goederenwagons. De snelheid van de tram was niet hoog; bovendien stopte hij bij elke brug en sluis. Maar fietsen waren er nog niet en reizen met de tram ging toch altijd nog een stuk sneller dan lopen. De eerste tramlijn in Noord-Overijssel werd dadelijk doorgetrokken en op 23 december tot aan Heemse bij Hardenberg opengesteld. Voor het doortrekken van de tramlijn naar Zwolle moest men eerst de tegenwerking van de Zwolse raad overwinnen. Pas in 1895 reed de tram van Dedemsvaart-station door naar Zwolle, tot aan de Vlasakkers (Meppelerstraatweg) en later tot aan de Brink. Zo kon men vanuit Nieuwleusen zonder overstappen met de tram naar het voortgezet onderwijs of op vrijdag naar de markt in Zwolle.

Busvervoer

In de 20ste eeuw nam het gemotoriseerde verkeer steeds meer toe. In 1923 huurde de DSM drie bussen die in de daluren door Nieuwleusen via de Burgemeester Backxlaan en het Westeinde reden. In 1933 konden personen alleen nog op vrijdag met de markttram naar Zwolle. Op andere dagen werd de tram gebruikt voor goederenvervoer. In 1936 fuseerde de DSM met de Eerste Drentsche Stoomtram-Maatschappij (EDS). Gedurende de Tweede Wereldoorlog won de tram tijdelijk weer aan belang. Vanwege de benzineschaarste werd busvervoer steeds problematischer, en vanaf januari 1942 reed er elke dag een personentram van Dedemsvaart naar Zwolle. De tram- en spoorbrug werden regelmatig beschoten. Dat gaf veel overlast voor de omgeving. De brugwachterwoning aan de zuidzijde van het kanaal werd tijdens een bombardement getroffen en op 22 februari 1945 werd het stationsgebouw van het Staatsspoor ernstig beschadigd. Na de oorlog namen bussen het personenvervoer weer over. Op 31 maart 1947 reed de tram voor het laatst. De stationsgebouwen werden afgebroken.