Het humanisme, als geestesrichting in de 14de eeuw in Italië ontstaan, streefde naar geestelijke ontplooiing van de mens, naar het voorbeeld van de klassieke literaire cultuur. In de Noordelijke Nederlanden was het vooral de Groninger geleerde Rudolf Agricola, die begeesterd raakte door humanistische ideeën. Hij beïnvloedde Alexander Hegius, rector van de Latijnse school in Deventer. In hun tijd was het humanisme nog gestoeld op een religieus fundament. Dit veranderde in de 19de eeuw, met name door toedoen van Johannes van Vloten.
Johannes van Vloten
Domineeszoon Jan van Vloten werd in 1818 geboren in Kampen. Hij
studeerde theologie, maar aan het eind van zijn studie nam hij
afstand van het christelijk geloof en koos hij voor een brede
wetenschappelijke opleiding. In 1854 werd hij door de gemeenteraad
van Deventer aangesteld als hoogleraar Nederlandse taal- en
letterkunde aan het Athenaeum Illustre, in 1861 gevolgd
door zijn benoeming tot rector magnificus.
Tijdens zijn leven verschenen van zijn hand meer dan 1.500
publicaties op het gebied van wijsbegeerte, politiek, geschiedenis
en taal- en letterkunde. Tal van beschouwingen wijdde hij aan
Spinoza; hij verzorgde onder meer de uitgave van diens verzamelde
werken. Ook voor de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde
leverde hij een belangrijke bijdrage door de uitgave van een groot
aantal studies, tekstuitgaven en bloemlezingen. Hij was ook een
verwoed verzamelaar van kinder- en bakerrijmpjes.
Van Vloten was een fel bestrijder van maatschappelijk onrecht. Veel
van zijn publicaties betroffen allerlei actuele maatschappelijke
kwesties. Zijn gevoel voor rechtvaardigheid, zijn
non-conformistische houding en zijn principiële stellingname inzake
tal van maatschappelijke kwesties brachten hem in conflict met de
Deventer autoriteiten. Hij hekelde kleingeestigheid en hypocrisie,
benoemde en bestreed misstanden, en stond de Deventer notabelen
daarbij voortdurend op de lange tenen. Dat leverde vaak heftige
confrontaties op met de Hervormde Kerk en het gemeentebestuur. In
1867 werd hij na weer een conflict oneervol ontslagen. Hij
verhuisde met zijn gezin naar Bloemendaal, waar hij in 1883
overleed.
Het humanisme van Johannes van Vloten
Van Vloten is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het humanisme. Deze ontwikkeling zou in 1946 uiteindelijk uitmonden in de oprichting van het Humanistisch Verbond. Van Vlotens humanisme legt de nadruk op de uniciteit van iedere mens die de opdracht heeft zijn door de natuur gegeven mogelijkheden te verwezenlijken. De mens kan in zijn visie alleen zin geven aan zijn leven door met kracht te streven naar emotionele, sociale en rationele ontwikkeling. Van Vloten zag het humanisme niet als vrijblijvende theorie, maar als een maatschappelijke opdracht.
Van Vlotens betekenis voor Deventer
Van Vloten heeft tal van publicaties aan Deventer kwesties gewijd. Hij publiceerde Deventers oudste stadsrecht. Hij legde de grondslag voor de regeling van het grootburgerschap en de sinterklaasviering op stipt 5 december. In 1996 werd vóór het gebouw De Hereeniging een gedenkteken voor Johannes van Vloten opgericht, een ontwerp van de Groninger kunstenaar Hans Mes, met een tekst van Van Vloten: "De maatschappij en de mensheid beginnen bij ieder van ons".