In 1615 kreeg de uit Delft afkomstige landmeter/cartograaf Floris Balthasar opdracht van het bestuur van Rijnland tot het graveren en drukken van de eerste overzichtskaart van het hoogheemraadschap. De kaart was onderdeel van een ambitieuzer karteringsproject, dat rond 1623 uitmondde in de publicatie van de kaart van Holland door Balthasar Florisz. van Berckenrode. Vermoedens over de initiatiefnemer wijzen naar Johan van Oldebarneveld, raadpensionaris van Holland en hoogheemraad van Delfland. Voorafgaand waren in 1611 al kaarten van de hoogheemraadschappen Delfland en Schieland verschenen.
De productie van de fraai ogende kaart van Rijnland kende een moeizaam verloop. Floris Balthasar, gecontracteerd op 7 januari 1610, besteedde de eerste jaren nauwelijks tijd aan zijn verplichtingen. Pas in 1613 werden de metingen intensief ter hand genomen, soms met steun van zoon Balthasar. Onder grote tijdsdruk werd in juli 1613 een kladkaart gepresenteerd. Rijnlands bestuur wilde wel eens wat zien. Een jaar later werd een niet overgeleverd definitief concept getoond.
Een op basis daarvan samengestelde wandkaart werd tegelijkertijd door Floris Balthasar aangeboden aan de Staten van Holland en West-Friesland. De kaart was opgedragen aan zijn beschermheer prins Maurits. Tussen 1599 en 1609 had hij van de stadhouder direct dan wel indirect opdrachten ontvangen tot vervaardiging van nieuwskaarten over het strijdverloop in de Tachtigjarige Oorlog. De gunning tot kartering van de drie waterschappen kwam niet zo maar uit de lucht vallen.
Een ongunstige weergave van de landscheiding met Delfland in het definitief concept leidde tot grote ontstemming bij de Rijnlandse opdrachtgevers. Een groot deel van zuidelijk Wassenaar zou zo onder jurisdictie van de zuiderburen vallen. Onacceptabel! Het al langer sluimerende conflict laaide op, kwam pas decennia later tot een oplossing, maar de grens op de kaart van Rijnland werd gecorrigeerd. Triest hoogtepunt vormde arrestatie en verhoor van de landmeter eind oktober 1614.
De ontwikkeling naar een steeds doelmatiger opererende organisatie maakte een grootschalige informatieve overzichtskaart onontbeerlijk. Het eindproduct van Floris Balthasar voldeed slechts gedeeltelijk aan de verwachtingen. Het unieke schaalgebruik van krap 1:30.000 had veel topografische informatie mogelijk gemaakt. Met de meetkundige grondslag was het droevig gesteld. Dat werd in 1642 nadrukkelijk vastgesteld in een rapport van Jan Jansz. Douw en Steven van Broekhuysen. Zij hadden opdracht gekregen tot een geheel nieuwe kartering van Rijnland. Desondanks staat vast dat de drie waterschapskaarten van Floris Balthasar een grote impuls hebben gegeven aan de ontwikkeling van de Nederlandse cartografie.
»Bijschrift bij de afbeelding:
Een fragment van de door Floris Balthasar gemaakte kaart van
Rijnland uit 1615.