Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen en Zwolle waren lang geleden het centrum van de handel in de Lage Landen. Van de 12e tot de 16e eeuw waren deze steden - en andere steden in het oosten van het land - belangrijk, welvarend en dus rijk. Deze steden waren allemaal lid van de 'Hanze'.
Samenwerken was slimmer en goedkoper
Een Hanze was een groep handelaren die
samenwerkten. Ze woonden verspreid over verschillende steden en
handelden in dezelfde producten. Door samen te werken konden zij
goedkoper werken en in elkaars gezelschap veiliger reizen. Ze
konden grote hoeveelheden producten ineens kopen of verkopen. Dat
was extra voordelig. Maar minstens zo belangrijk was dat ze samen
sterker stonden tegenover de landsheren, die steeds wat
anders wilden.
Vanaf 1356 was de Hanze een verbond van steden, dus
niet meer alleen van de handelaren in die steden. Dat werd besloten
op de eerste Hanzevergadering in Lübeck (Duitsland).
(bron: www.entoen.nu)
Handel en welvaart in Zeeland
De handel nam toe en daarmee ook de welvaart. De handel in wol, zout, vis, fokpaarden was belangrijk. De bevolking groeide. Dat leidde in de twaalfde en dertiende eeuw tot het ontstaan van een groot aantal dorpen. Een dorp was pas echt belangrijk als het een kerk kreeg. Sommige dorpen groeiden uit tot steden zoals Aardenburg, Middelburg en Zierikzee. Middelburg kreeg al stadsrechten in 1217, Zierikzee in 1220. Rijke kooplieden lieten grote huizen bouwen.
Zoutzieden
Een belangrijke economische pijler in de late middeleeuwen (1200 - 1500) is de moernering en de selnering. Moernering is de winning van turf voor brandstof, selnering is de winning van zout uit veen. Zout was vooral belangrijk voor de conservering van vis en ander voedsel. Zout en turf werden vooral gewonnen bij Zierikzee, Tholen, Yerseke, Goes en diverse plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In 1515 werd door Karel V de moer- en selnering in het laaggelegen Zeeland verboden vanwege het gevaar van overstroming.
Meekrap
Vooral op Tholen en Schouwen-Duiveland wordt vanaf eind veertiende eeuw meekrap geteeld. De wortelstokken van deze plant worden in meestoven (…) gedroogd en vermalen tot een rode kleurstof, waarmee onder andere kleding wordt gekleurd. De meekrapteelt is lange tijd een voor Zeeland kenmerkend landbouwproduct. In de negentiende eeuw verdwijnt de teelt, omdat voor de rode kleurstof een chemisch alternatief wordt ontwikkeld.
Schotse Huizen Veere
De periode van ongeveer 1500 tot 1609 is voor Zeeland de Gouden Eeuw. De visserij bloeit als nooit tevoren, de handel en nijverheid klimmen tot grote hoogte. Zeeuwse steden weten onder meer de wolstapel (Veere) en de wijnstapel (Middelburg) binnen hun stadswallen te krijgen. De val van Antwerpen in 1585 zorgt voor een grote toevloed van werk en kapitaal naar Zeeland. De Schotse Huizen worden rond 1539 door Schotse kooplieden gebouwd en aangepast.