De Agneskapel aan de Brink had vanaf de veertiende eeuw de katholieken in Cothen onderdak geboden. In 1581 ging de kerk over in protestantse handen. Vanaf dat moment moesten de katholieken in particuliere huizen bij elkaar komen. Pas in 1695 is er sprake van een schuurkerk aan de latere Kerkweg/Hinkerstraat. Dat kan ermee te maken hebben dat de pastoor in Werkhoven woonde en niet in Cothen. Waarschijnlijk was er dus in Werkhoven al veel langer een schuilkerk.
De naam schuilkerk is ingegeven door het feit, dat katholieken sinds 1580 niet meer openlijk hun godsdienst mochten belijden. Het werd oogluikend toegestaan om de mis op te dragen, mits dat in gebouwen plaatsvond, die niet als kerk herkenbaar waren. Vaak waren dit schuren, boerderijen of bijvoorbeeld kapellen bij kastelen.