Kasteel Rijnhuizen is een van de weinige Nieuwegeinse kastelen, die tot in de huidige tijd behouden zijn gebleven. Vanaf de Herenstraat in Jutphaas, ter hoogte van de kruising met de Nedereindseweg en de fiets- en voetgangersbrug over het Merwedekanaal, heeft u een prachtig uitzicht op huis en park. Het kasteel en het omliggende landgoed is in 1958 door het Rijk aangekocht. Sedert 1959 is daar de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (kortweg FOM) gevestigd. Voor het zover was, is met betrekking tot de geschiedenis van het huis, in de loop der tijden wel het een en ander gebeurd.
13e eeuw
Hoewel gegevens over die tijd schaars en niet geheel duidelijk zijn, zou de historie van het kasteel teruggaan tot de 13e eeuw. Aan het eind van die eeuw werd melding gemaakt van het stichten van een huis door nakomelingen van Dirk van Jutfaes. De eerste vermelding hiervan is terug te vinden in kronieken uit 1459, waarin het huis als volgt staat omschreven: 'een huysinge gelegen in Juphaes met 8 honts lands daar 't Huys opstaat geheten 't Huys ten Ryn, anders Rynhuizen'.
Het geslacht Van Jutphaas heeft het landgoed niet lang in bezit gehad. Zeker is dat in het midden van de 14e eeuw de familie Van Rijn op het kasteel huisde.
15e eeuw
Op verzoek van de Utrechtse bisschop David van Bourgondië (1427-1496), valt Joost van Lalaing, (1437-1483) stadhouder van keizer Maximiliaan I (1459-1519), op Sint-Victorsdag (10 oktober 1481) met een bende van 4.000 man het Nedereind van Jutphaas binnen. Dit ging gepaard met het plunderen en in brand steken van praktisch alle kastelen in Jutphaas, waaronder ook Rijnhuizen. Waarschijnlijk bouwde Adriaan van Rijn van Jutfaes het huis weer op, want op 17 november 1493 laat hij het na aan zijn zoon Dirk. In 1528 ging het huis opnieuw in vlammen op, weer door toedoen van de bisschop van Utrecht, Hendrik II van Beieren (1487-1552).
17e eeuw
Tot het overlijden van Johanna of Anna van Rijn van Jutfaes in 1608, is het huis in eigendom van de familie Van Rijn gebleven. Toen werd haar nicht Wilhelmina van Riebeeck benoemd tot erfgename van kasteel Rijnhuizen. Wilhelmina verkocht het huis in 1620 aan Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Na diens dood werd zijn zoon Reinoud van Tuyll van Serooskerken, in 1628 beleend met Rijnhuizen.
Afbraak, nieuwbouw en vererving
Reinoud liet het meermalen vernielde en herstelde huis, tot de grond toe afbreken en op dezelfde plaats een nieuw huis bouwen. Dit was in 1640 gereed en volgens de eisen van die tijd gebouwd; in die vorm staat het huis er heden ten dage nog. Na het overlijden van Reinoud in 1652, heeft zijn weduwe het kasteel Rijnhuizen, met alle rechten en titels, in 1655 verkocht aan jonkheer Louis de Geer, Heer van Finspong, Ringstaholm, etc. Hij werd de stamvader van onder andere de geslachten De Geer van Rijnhuizen, De Geer van Jutfaes en De Geer van Oudegein. In het roerige jaar 1672 werd het huis door Franse troepen bezet en opnieuw had het mooie kasteel veel te lijden. Na het vertrek van de Fransen liet Louis de Geer het huis in oude luister herstellen.
Louis de Geer is in 1701 in Zweden overleden. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Carel. Na diens overlijden in 1730 erft zijn minderjarige neef Jan Jacob de Geer kasteel Rijnhuizen. Jan Jacob trouwde in 1737 met Constantina Clara Barones van Tamminga. Zij overleed kort na het huwelijk, waarna Jan Jacob de Geer hertrouwde met Theodora Anna Barones van Haeften van Wadenoijen.
Na het overlijden van Jan Jacob volgde een van zijn kinderen, Anthony Gustaaf, hem op als Heer van Rijnhuizen. Deze was ongetrouwd en na zijn overlijden werd een broer in 1808 met Rijnhuizen beleend. Deze werd op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon Jan Jacob. Uit diens huwelijk met Henriëtte Luden werden een zoon, ook Jan Jacob geheten, en een dochter, Ada Mathilda, geboren. Na het overlijden van haar vader in 1884 ging het kasteel Rijnhuizen over naar Ada Mathilda. Op 14 oktober 1880 trouwde zij met Gijsbert Carel Duco Baron van Hardenbroek van Lockhorst. Tot haar dood in 1943 bleef zij op het kasteel wonen. In 1943 kreeg haar kleindochter, jonkvrouwe Ada Matilda Rutgers van Rozenburg, het huis in bezit. Zij was gehuwd met de Utrechtse tandarts M.R. van der Molen.
Verkoop aan het Rijk
Het echtpaar Van der Molen bood het kasteel te koop aan. Het bestuur van de toenmalige gemeente Jutphaas vond de aankoopkosten van 850.000 gulden echter te hoog. Rond 1971 had ook de jonge gemeente Nieuwegein het kasteel kunnen kopen. Daar is toen wel over nagedacht door burgemeester F.J. (Frans) Hermsen (1926-2003) en de wethouders. Het zou een prachtige locatie zijn geweest voor het bestuur, voor vergaderingen en andere bijeenkomsten en natuurlijk voor trouwerijen. Maar de kosten werden te hoog bevonden; kortom het ging niet door. Uiteindelijk werd het kasteel in 1958 door het Rijk aangekocht en aan het FOM (de naam luidt tegenwoordig voluit: FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen; nadien onder de naam FOM-Instituut DIFFER) in bruikleen gegeven. Het onderzoek op Rijnhuizen richte er zich voornamelijk op fusie-, laser-, molecuul- en oppervlaktefysica. Het kasteel werd sindsdien eveneens gebruikt voor representatieve doeleinden. Regelmatig hield het FOM open dagen. Het kasteel, de laboratoria en het bijbehorende park stonden dan open voor het publiek.
Ongewisse toekomst?
In Nieuwegein verbindt. Structuurvisie 2030 was reeds in 2009 Rijnhuizen door de gemeente aangewezen als een ontwikkelzone voor een gemengd stedelijk gebied met bijzondere woonmilieus. Daarom werd in 2014 de gebiedsvisie Mooi Rijnhuizen opgesteld. Met deze visie werd een kader vastgelegd voor particuliere ontwikkelingen in het gebied. De gemeente faciliteerde en stimuleerde deze marktinitiatieven samen met de provincie Utrecht. Zo vonden er in maart en mei 2015 twee co-designsessies plaats met betrokken ondernemers in het gebied. Ook toog een netwerk in ontwikkeling aan het werk dat van Rijnhuizen een mooi en herkenbaar woon-, werk- en leefgebied wilde maken. Het heet Club Rhijnhuizen, bestaande uit eigenaren, bewoners, ontwikkelaars, initiatiefnemers, werkgevers, overheidsexperts en andere betrokkenen.
Intussen werd eind 2014 bekend dat kasteel en landgoed Rijnhuizen zou worden verkocht. FOM-Instituut DIFFER verkocht het kasteel met landgoed omdat zij in 2015 naar Eindhoven zou vertrekken. Twee projectontwikkelaren, Bogor Projectontwikkeling B.V. en Green Real Estate B.V., hadden het voornemen op het landgoed (ca 11 ha), woningbouw voor ouderen te realiseren. In het kasteel zelf stonden appartementen voor senioren gepland. Het plan mislukte en het landgoed ging opnieuw in de verkoop. De kans dat kasteellandgoed Rijnhuizen in Nieuwegein voor een 'knock-out'-bod in Chinese handen zou vallen, was groot. De vertegenwoordiger van een Chinees multi-conglomeraat, een van de twee geïnteresseerde Chinese kopers, reisde in november 2015 naar Nederland af om het monumentale kasteellandgoed te komen bekijken.
In november 2016 werd bekend dat het kasteel verkocht is met de bedoeling om in de bijgebouwen van het kasteel kantoren vestigen. In het hoofdgebouw zelf worden waarschijnlijk appartementen gebouwd. Daarmee krijgt kasteel Rijnhuizen weer zijn oorspronkelijke woonfunctie terug.