Rond 1900 ontwikkelden zich diverse grote en kleinere bedrijven. Al die bedrijven boden werkgelegenheid, wat de groei van De Bilt en Bilthoven heeft gestimuleerd. De goede bereikbaarheid heeft daaraan meegewerkt. Helaas hebben sommige bedrijven de tand des tijds niet doorstaan. Andere zochten elders een nieuwe vestigingsplaats. Langs de Utrechtseweg was in 1895 de Carrosserie- en Rijtuigfabriek van de gebroeders Buitenweg te vinden. De Weekbode voor Zeist vermeldde dat de heer Buitenweg zelfs 'een zeer elegante omnibus' naar Duitsland had verzonden. Het bedrijf kreeg concurrentie van de auto waarna men zich richtte op carrosseriebouw, schadereparatie en auto-onderhoud. Aan de Utrechtseweg stond in 1913 ook de fabriek van Blass & Groenewegen, een bedrijf dat uitgroeide tot een handelshuis voor tuinbouwwerktuigen. Jaarlijks werd een dikke catalogus door heel Nederland verspreid. In de jaren dertig ging dat bedrijf failliet.
In 1908 werden er bij de Leijenseweg twee fabrieksgebouwen gebouwd ten behoeve van Onvo, een fabriek die in 1915 Inventum ging heten. Oprichter was ir. Alex Vosmaer. Er werden kleine elektrische apparaten gemaakt. Later ook straalkachels, warmwaterreservoirs en elektrische fornuizen. In 1930 waren er al 420 werknemers. Inventum specialiseerde zich in de fabricage van boilers. In 2009 verhuisde de Bilthovense vestiging naar Houten. De bedrijfspanden werden in 2010 door brand verwoest en nadien afgebroken. Inmiddels zijn er woningen op het terrein gebouwd. In 1914 stichtte de heer H.M. Smitt een fabriek bij de Middellaan waar o.a. hoekmeet- en waterpasinstrumenten voor Waterstaat en het Kadaster werden gemaakt. In 1947 ontstond er een samenwerkingsverband met Inventum. Omstreeks 1985 vestigde zich in Utrecht Nieaf-Smitt, een bedrijf waar nog steeds instrumenten worden gemaakt.
In 1912 betrok Jean Heybroek, groothandelaar en importeur, bij het station een bedrijfsruimte waar aanvankelijk grasmaaimachines, snoeigereedschappen en bestrijdingsmiddelen werden verhandeld. Na 1916 ook haarden en kachels, gevolgd door gasfornuizen. In 1981 verhuisde het bedrijf naar Utrecht. In 1916 werd langs de Rembrandtlaan de Coöperatieve Graanmaalderij gevestigd, een imposant bedrijfsgebouw met maal-, meng-, laad- en losinrichtingen. Het bedrijf had een eigen spoorwegaansluiting. Het pand werd in 1986 gesloopt.