Vanaf 1930 waren in diverse villa's in Bilthoven vanwege de goede bereikbaarheid en de gezonde lucht rusthuizen en pensions gevestigd. In het Bilthovensch Adresboek uit 1927 worden bijvoorbeeld het herstellingsoord Dennenheim, pension Klein Jachtlust en het kinderhuis Waldo genoemd. Een luchtfoto uit 1933 laat ons het pas gebouwde sanatorium Berg en Bosch zien, gelegen in een bosrijke omgeving. Architecten waren B.J. Koldewey en C.M. van Moorsel. Het sanatorium voor tuberculosepatiënten werd gebouwd in opdracht van de Katholieke Arbeidersbeweging en kwam zonder overheidssteun tot stand. Het was eerst gevestigd in Apeldoorn, maar die locatie werd te klein. Men zocht uitbreiding. De keus viel op het 33 ha grote terrein in Bilthoven, niet ver van de Rijksuniversiteit Utrecht en het (gelieerde) Stads- en Academisch Ziekenhuis. Geneesheer-directeur was dr. W. Bronkhorst. Zusters Dominicanessen zorgden voor de verpleging. De patiënten werden stapsgewijs rijp gemaakt om na ontslag weer aan het arbeidsproces te kunnen deelnemen. In de werkplaatsen werd ADO-speelgoed gemaakt naar ontwerp van Ko Verzuu. De vrouwen werkten in de wasserij en de keuken. Voor de kinderen was er een school.
In de jaren zestig werd Berg en Bosch een algemeen ziekenhuis. De ziekte tuberculose kwam toen niet zo veel meer voor. In 1993 bleek een faillissement onafwendbaar. De oorspronkelijke gebouwen zijn voor het merendeel bewaard gebleven en hebben nog steeds een medische functie. Ook staan er op het terrein nieuwe gebouwen met een medische bestemming. Berg en Bosch is tegenwoordig een onderdeel van de 'life-science-as'. Een lijn die loopt vanaf het universiteitsgebied in Utrecht via KNMI en RIVM-terrein naar Berg en Bosch.