Op 10 november 1918 stond de Duitse keizer Wilhelm II aan onze grens. Duitsland was de grote verliezer in de grote oorlog die tussen 1914 en 1918 had gewoed. Wilhelm II vluchtte naar Nederland, omdat ons land neutraal was gebleven. Dat betekent dat onze regering geen partij had gekozen en niet meevocht.
Alle landen om ons heen zijn in oorlog
Van 1914 tot 1918 vochten de 'Geallieerden' tegen de 'Centralen'. Deze oorlog is later de Eerste Wereldoorlog genoemd. Hoewel Nederland niet meedeed, merkte je ook hier dat het oorlog was. De handel met het buitenland was moeilijk geworden. Hierdoor raakten mensen hun werk kwijt. Ook werden veel handelsschepen tot zinken gebracht. Hierdoor was er weinig voedsel.
Vluchtelingen zoeken onderdak
Veel Belgen en Fransen vluchtten naar Nederland om aan de oorlog te ontsnappen. Burgers werden bij gezinnen thuis ondergebracht of in kampen zoals bij Amersfoort. Soldaten verbleven in speciale, aparte kampen. Zo kwam er een groot militair kamp bij Zeist. Maar de beroemdste oorlogsvluchteling kwam pas aan het einde van de oorlog: de Duitse keizer Wilhelm II.
Keizer op de vlucht
Nadat Duitsland de oorlog verloren had, was Wilhelm II bang dat de Geallieerden hem gevangen zouden nemen. In Duitsland zelf vond de keizer nergens steun. Het Duitse volk gaf hem de schuld van de nederlaag, de marine kwam in opstand en het leger wilde hem niet langer gehoorzamen. In november 1918 vroeg Wilhelm II in Nederland asiel aan.
Logeren op Kasteel Amerongen
De Nederlandse regering regelde dat keizer Wilhelm II op Kasteel Amerongen kon logeren. Hier tekende hij zijn troonsafstand. De keizer zou eigenlijk maar zes dagen blijven, maar hij woonde hier (met zijn familie en 40 lakeien!) anderhalf jaar lang. Daar betaalde de schatrijke Wilhelm II niets voor. Om hun gasten te kunnen onderhouden verkochten de kasteeleigenaren stukken grond rond het kasteel om aan extra geld te komen. Het kasteel was zo vol dat de kok zelfs in herberg Den Rooden Leeuw moest gaan logeren.
Keizer in Huis Doorn
In 1920 kocht de keizer Huis Doorn. De 60 treinwagons arriveerden op station Zeist waarna Huis Doorn kon worden ingericht met de spullen uit zijn paleizen in Berlijn en Potsdam. De keizer hield erg van het parkbos rond het huis. Tuinieren was een hobby van hem. Zo liet hij een prachtige rozentuin aanleggen. Wilhelm II kapte zelf ook graag bomen. In Amerongen had hij in korte tijd 13.000 bomen omgezaagd! De tuinman van Huis Doorn sliep er slecht van, want ook hier ging de keizer fanatiek aan de slag. Zou er nog wel een boom overblijven?
Wilhelm II hoopte ooit terug te keren als Duits keizer. Maar zijn wens ging niet in vervulling. Hij stierf in 1941 in Doorn.