De hof van Delft was een domein van de graven van Holland. In 1246 genoot de ongehuwde jonkvrouw Rikarde het vruchtgebruik van een deel van de domeinen om in haar onderhoud te kunnen voorzien. Rikarde heeft veel gedaan om haar nog heel bescheiden woonplaats tot ontwikkeling te brengen. Het stadsrecht was geen belangeloze schenking van de graaf en zijn tante. De Delftenaren moesten jaarlijks een bedrag betalen in ruil voor de verkregen voorrechten of privileges. Bovendien zou een grote en welvarende stad in de toekomst een flinke bijdrage kunnen leveren aan de belastingopbrengsten.
'Nieuw Dilf'
De privileges golden aanvankelijk niet voor heel Delft, maar alleen voor de nederzetting die werd aangeduid als ‘Niewe Dilf’. Deze naam verwijst naar de gracht, die loopt langs Lange en Korte Geer, Koornmarkt, Wijnhaven, Hippolytusbuurt en Voorstraat. De ‘Oude Dilf’, ten noorden van de Oude Kerk, werd in 1268 bij de stadsvrijheid gevoegd. Pas in de loop van de veertiende eeuw werd het stedelijk gebied uitgebreid met het zuidelijke deel van de Oude Delft en het kwartier ten oosten van Brabantse Turfmarkt, Burgwal, Vrouwenregt en Verwersdijk.
Jonkvrouw Rikarde en Koningsveld
Rikarde zorgde er dus voor dat Delft bestuurlijk en juridisch een stad werd en dat de handel werd bevorderd. Maar zij legde ook de basis voor een aantal voorzieningen, passend bij de groeiende betekenis van de nederzetting. In 1251 kreeg zij van Willem II toestemming om in haar hof een klooster te stichten. Zij noemde het Koningsveld, ongetwijfeld uit dankbaarheid jegens de graaf, die inmiddels ook roomskoning was, beoogd opvolger van de keizer van het Heilig Roomse Rijk. Hij is dat overigens nooit geworden, want hij overleed voordat hij die prestigieuze functie kon gaan bekleden.
Gasthuis van Delft 1252
Een oorkonde van 1252 vermeldt onder de bezittingen van Koningsveld het gasthuis van Delft, ongetwijfeld ook een stichting van Rikarde. Het stond tot 1968 aan de oostzijde van de Koornmarkt. De instelling is opgegaan in het Reinier de Graaf Gasthuis, dat met zijn ononderbroken geschiedenis vanaf 1252 het oudste ziekenhuis van Nederland kan worden genoemd.
Koningsveld stond ten zuiden van de stad, langs de Schie. Enkele jaren geleden is het complex opgegraven. Daarbij bleek dat het niet op braakliggend terrein werd gebouwd, maar dat er al oudere bewoning aanwezig was. Dit zou het voormalige centrum van de hof van Delft kunnen zijn geweest. Koningsveld bood onderdak aan ongeveer twintig nonnen van adellijke komaf, onder wie Rikarde zelf. In 1262 werd zij begraven in haar eigen klooster bij haar eigen stad.