In de 14e eeuw is Jan van Heusden de baas van Heusden. Op zijn kasteel is het een wapengekletter van jewelste. Dat moet ook wel, want Heusden ligt op de grens van het graafschap Holland en het hertogdom Brabant. De graaf en de hertog willen allebei dat stadje wel hebben. Er is steeds ruzie. In 1318 roept graaf Willem III van Holland zijn mannen op om met zijn leger op te trekken naar Heusden. Als de inwoners op de wallen staan, zien ze allemaal geharnaste mannen op hun paarden in het veld. Heusden is omsingeld door het leger van Holland! Er dreigen felle gevechten. De inwoners van Heusden zijn bang. De hertog van Brabant wil niet dat het kasteel in handen komt van Holland en schiet te hulp. Er wordt hevig gevochten. Er vallen doden. Ook twee zoons van Jan van Heusden sneuvelen. Naast de ellende van de oorlog zijn er meer tegenslagen. De zomer is zo nat dat het graan op het veld verrot. Mensen sterven van de honger. Tot overmaat van ramp breekt ook nog de pest uit, een besmettelijke ziekte die veel mensen het leven kost.
Na een paar maanden sluiten de hertog van Brabant en de graaf van Holland vrede. Jan van Heusden geeft aan zijn derde zoon Jan de heerlijkheid Drongelen. Als dank voor zijn dappere gedrag in de strijd. Hij mag zich nu heer Jan van Drongelen noemen. Zijn vader wil ook dat zijn zoon heer wordt van Eethen en Meeuwen. Maar het duurt nog heel veel jaren voordat dat zover is. Pas in het jaar 1334 geeft de hertog van Brabant aan Jan van Drongelen Eethen en Meeuwen in leen. De hertog is de leenheer en Jan van Drongelen is de leenman. Als leenman moet Jan de leenheer gehoorzamen. De hertog vertelt Jan wat hij moet doen. En als hij gaat vechten, zal Jan met zijn mannen moeten helpen. Dat verandert als het Land van Heusden wordt verkocht aan Holland. Ook Meeuwen en Eethen komen bij Holland. Jan van Drongelen is nu leenman van de graaf van Holland. De hertog van Brabant is niet langer de baas. Heer Jan besluit om metselaars en timmerlui te laten komen. Zijn versterkte boerderij in Meeuwen moet verbouwd worden tot een sterk kasteel. Mannen graven er een gracht omheen. Daaromheen wordt een flinke wal van grond gemaakt met nog een gracht eromheen. Er komt een houten brug. Als er een vijandelijk leger nadert, kan de brug snel worden weggehaald. Dan kan de vijand niet naar binnen. Toch wordt het kasteel soms bezet door vijanden.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) wordt kasteel Meeuwen ingepikt door Spaanse soldaten. In 1711 zwerven er na een oorlog Franse soldaten rond in de omgeving. Ze plunderen de dorpen. Het kasteel wordt veroverd en belangrijke mensen worden gevangen genomen. In 1794 trekken Franse soldaten Holland opnieuw binnen. Vierhonderd soldaten bezetten het dorp en kasteel Meeuwen. Het is het begin van de Franse overheersing van Nederland. Het kasteel ziet er lange tijd vervallen uit. Het wordt in 1846 bijna helemaal afgebroken. In plaats ervan wordt een boerderij gebouwd. In 1934 brandt de boerderij af. Twee jaar later wordt een nieuwe mooie boerderij gebouwd die er met zijn trapgevels een beetje uitziet als een kasteel. Alleen was het vroegere kasteel veel groter. In de Tweede Wereldoorlog raakt het gebouw zwaar beschadigd, maar gelukkig wordt het weer opgeknapt. Daarom kun je nu nog steeds vanaf de Meeuwensesteeg het daktorentje zien van ‘het kasteel van Meeuwen’.
Het verdwenen kasteel van Meeuwen
Het is nog vroeg in de morgen. Willem loopt de stal uit en kijkt over het land. De tarwe komt goed op. Hoe zou het met de erwten zijn? Tjonge, er staat wel veel onkruid tussen de rijen. Wacht eens, hij moet ook nog een dag aan het werk op het land van de kasteelheer. Dat moet ieder gezin in Eethen en Meeuwen. Als je een paard en wagen hebt, dan moet je die meenemen naar het kasteel. Maar Willem denkt: ‘Vandaag ga ik op mijn eigen land werken. Ik hoor wel wanneer ik bij de heer moet komen.’ Zelfs in de 18e eeuw komen deze middeleeuwse hofdiensten nog voor. Als je van Babyloniënbroek naar Meeuwen rijdt, zie je aan de linkerkant vlakbij Meeuwen een hele grote boerderij. Daar is nu het bedrijf van Frits van de Vendel. Het bedrijf heet ‘Kasteel-Meeuwen’. In de Middeleeuwen stond op deze plek een belangrijk kasteel. Een kasteel gebouwd door heer Jan van Drongelen. Hij was een zoon van Jan van Heusden. En daar moest Willem werken.