Grondwet 1814
De grondwet van Nederland kwam in 1814 tot stand. In 1814 werd Nederland onafhankelijk, dus er waren nieuwe regels nodig. Willem Frederik van Oranje-Nassau heeft in 1814 een commissie van 15 leden samengesteld, Willem Frederik van Oranje-Nassau liet deze mensen de nieuwe grondwet maken. De commissie was onder leiding van Gijsbert Karel van Hogendorp. Op 29 Maart 1814 werd het voorstel aan Willem Frederik van Oranje-Nassau getoond, hij ging akkoord met de grondwet van 1814. Het belangrijkste voor Willem Frederik van Oranje-Nassau was dat in artikel 1 stond dat de koning de macht heeft over Nederland. De dag na het akkoord werd hij de nieuwe koning van Nederland. Door deze grondwet had Willem Frederik van Oranje-Nassau alle macht in Nederland. In 1815 wilden ze België en Nederland weer samenvoegen, als dit zou gebeuren moesten er nieuwe wetten komen. Uiteindelijk werden België en Nederland toch één land. Maar In 1840 werd België weer een onafhankelijk land, België was het namelijk helemaal niet eens met hoe Nederland de macht had over België en hoe het geregeerd werd. Uiteindelijk ontstond er in 1848 een nieuwe grondwet, het belangrijkste wat er anders is aan deze grondwet is dat de koning geen volledige macht meer heeft, dit maakte van Nederland een democratisch land. De grondwet 1814 heeft een bijdrage geleverd aan de rechtsstaat en de parlementaire democratie.