Vijf donkere jaren

Tweede Wereldoorlog

Tien doden in Rijen, zeventien in Hulten, één in Molenschot en 48 in Gilze. Dat was de droeve optelsom van vijf donkere oorlogsjaren. Een groot deel van de slachtoffers kwam om door bommen, eigenlijk bedoeld voor het vliegveld. Een operationele vliegbasis midden tussen vier kerkdorpen; de gevolgen bleven niet uit. De kerkhoven geven nog steeds een indruk van het leed dat in de Tweede Wereldoorlog bij al die families is aangericht. In Gilze staat een speciaal monument en ook in Hulten liggen nog enkele oorlogsgraven. Namen, leeftijden en overlijdensdata spreken boekdelen.

Het kleine vliegveld Molenheide bestond in mei 1940 al en ook vliegveld Nerhoven was er net. Vrijwel meteen nadat de Duitsers Nederland waren binnengevallen, voegden de bezetters deze twee samen om ze tot één groot oorlogsvliegveld uit te breiden. Ze rooiden bossen en egaliseerden heide en zandverstuivingen. Op de Haansberg en op Verhoven eisten ze zesentwintig huizen en boerderijen op. Ze braken ze af omdat ze in de weg stonden. De rechte verbindingsweg tussen Rijen en Gilze sloten ze af. In hoog tempo legden ze drie betonnen startbanen aan en bouwden er allerlei gebouwen en vliegtuigonderkomens omheen. Rondom het vliegveld plaatsten ze afweergeschut als verdediging tegen aanvallen vanuit de lucht. Voor het personeel van de Luftwaffe bouwden ze veilige onderkomens buiten het terrein. In Gilze verrees aan de rand van het Prinsenbosch een kamp met zestig grote ‘villa's’; in Rijen kwam ten zuiden van de spoorlijn een Duitse nederzetting, de Siedlung.

 ‘Fliegerhorst Gilze-Rijen’ noemden de Duitsers het vliegveld. Het was als uitvalsbasis bedoeld om Engeland te bombarderen. Dit lokte op den duur natuurlijk tegenaanvallen uit. Vanaf 1943 gebeurde dit regelmatig, waarbij ook buiten het vliegveld bommen terechtkwamen. Op 19 augustus van dat jaar vielen daardoor in Hulten zeventien slachtoffers. Begin 1944 kwamen op die manier ook bommen in het centrum van Gilze neer. Meer dan de helft van de Gilzenaren verliet het dorp om voorlopig bij familie of kennissen in omliggende plaatsen in te trekken.

Op 5 juli 1944 trof een zwaar bombardement de kern van Gilze met 21 burgerslachtoffers tot gevolg. In augustus en september schakelden twee zware bombardementen het vliegveld volledig uit. Maar ook de kerk, de pastorie en de school in Hulten en een leerfabriek in Rijen kregen de volle laag. Rijen had al eerder te maken gehad met oorlogsleed toen een munitietrein bij het station tot ontploffing kwam. Hierbij raakten 24 inwoners gewond, werden enkele woningen en een café verwoest en andere huizen zwaar beschadigd. Een jaar later ontplofte een munitietrein bij de Vijf Eiken. Hierbij viel één dode te betreuren. Van café-boerderij Vijf Eiken bleef niets over.

In september 1944 meldde de radio dat het geallieerde bevrijdingsleger al in de omgeving van Breda stond. De Duitse troepen raakten in paniek en sloegen op de vlucht (Dolle Dinsdag). Maar eerst vernietigden ze allerlei gebouwen en materialen op het vliegveld. Ook in Rijen verwoestten ze alle panden en fabrieken waarin ze gelegerd waren of materiaal hadden opgeslagen. Drie leerfabrieken, één schoenfabriek, het patronaat en het Boerenbondgebouw bliezen ze op of zetten ze in vlam. Aan de Rijksweg staken ze de marechausseekazerne en een café in brand. Toen het bericht over het bevrijdingsleger later vals bleek te zijn, kwamen ze weer terug en gingen door met vernielen. In Gilze bliezen ze het raadhuis, de watertoren en twee molens op. En toen eind oktober 1944 onze gemeente werd bevrijd, lieten ze zich ook nog gelden. Eén uur voor de eerste geallieerde tanks Gilze binnenreden, bliezen ze de kerktoren op.

In en om Rijen boden de Duitsers nog tegenstand. Maar na twee dagen wisten de geallieerde troepen het dorp te bevrijden. Vier burgers kwamen tijdens deze gevechten om het leven.

Maar zelfs toen de bezetter vertrokken was, was de oorlog nog niet voorbij. De Duitsers hadden een vergeldingswapen ontwikkeld in de vorm van onbemande vliegende bommen (V-1 en V-2). Die kwamen hier regelmatig over op weg naar de haven van Antwerpen. Aan het geluid dat de raketmotor maakte, hoorden de inwoners of de V-1 een technisch mankement had en ging haperen of stilviel. Dat bracht enorme paniek met zich mee, vooral ’s nachts, als niet te zien was waar de bom precies uithing. Dan was het angstig wachten op het moment dat hij neerkwam en ontplofte. De V-2 hoorde je niet aankomen en had een zwaardere springstoflading. In onze gemeente zijn 21 V-1’s en twee V-2’s neergestort, meestal in het vrije veld waar de schade beperkt bleef. Eén vreselijk ongeluk gebeurde op 26 februari 1945 toen een V-1 zich in enkele huizen in de Lange Wagenstraat in Gilze boorde. De gevolgen waren verschrikkelijk. Negen doden, een aantal gewonden en veel materiële schade in de omgeving. Zo werd Gilze ruim twee maanden voor het einde van de oorlog nog zwaar getroffen. In mei 1945 capituleerde het Duitse leger en was de oorlog in heel Europa voorbij.

Het ging er in onze gemeente heftig aan toe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het zal dan ook niemand verbazen dat er nog allerlei overblijfselen uit die oorlog te vinden zijn. Bekende en minder bekende. Van een hangar aan de Burgemeester Ballingsweg, een munitiebunker in Molenschot en een schuilkelder in Rijen kijkt niemand op. Maar ook de stompe kerktorenspits in Molenschot heeft met deze oorlog te maken. Net als het klokje op het kerkhof in Gilze, kapelletjes in Rijen en op Verhoven en de namen van enkele straten in Rijen.

 

Bron: De historische canon van Gilze en Rijen, 2012 - Heemkring Molenheide