Onafhankelijkheid
Proklamasi. Kami bangsa Indonesia dengan ini menjatakan kemerdekaan Indonesia…
Wij, het volk van Indonesië, verklaren hierbij dat Indonesië onafhankelijk is…
Zo laat Soekarno op 17 augustus 1945 in Jakarta aan de wereld weten dat het koloniale Nederlands-Indië definitief verleden tijd is. Twee dagen eerder heeft Japan zich overgegeven, na de atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Daarmee komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Azië.
Al voor de oorlog bestaat in Nederlands-Indië een brede activistische beweging die zich inzet voor zelfbeschikkingsrecht. Leiders als Soekarno, Mohammad Hatta en Soetan Sjahrir streven volledige onafhankelijkheid na, anderen willen meer autonomie. Maar het Nederlandse gezag houdt de touwtjes strak in handen. En dan valt Japan in 1942 Nederlands-Indië binnen. De geallieerde strijdkrachten verliezen op 27 februari de Slag op de Javazee en op 8 maart volgt de capitulatie. Onder slechte omstandigheden worden soldaten krijgsgevangen gemaakt en worden Nederlanders en later ook Indische Nederlanders gevangengezet in kampen. De Japanners stellen het Nederlands-Indische bestuurssysteem buiten werking, feitelijk houdt Nederlands-Indië op te bestaan.
Onafhankelijkheidsoorlog
Nederland erkent de Republiek Indonesië niet. Vanaf 1945 wil het met onderhandelingen, oorlogsvoering en geweld het gezag herstellen, of tenminste controle houden over het dekolonisatieproces. Meer dan 200.000 militairen nemen deel aan deze oorlog, van wie ruim de helft dienstplichtigen zijn. De grootste militaire operaties van Nederland zijn Operatie Product in 1947 en Operatie Kraai in 1948-1949. Bij de laatste wordt Soekarno gevangengezet. Beide operaties worden aangeduid met de term ‘politionele acties’. De Verenigde Naties geven het bevel de militaire acties te stoppen en de gevangenen vrij te laten. Pas in mei 1949 geeft Nederland toe aan de internationale druk. Gedurende de periode 1945-1949 vallen aan Indonesische zijde ruim honderdduizend doden, aan Nederlandse zijde zo’n vijfduizend militairen en duizenden burgerdoden. Op 27 december 1949 wordt in Amsterdam de soevereiniteitsoverdracht getekend.
Alleen het westelijk deel van Nieuw-Guinea wordt pas in 1962 opgegeven. Na een overgangsperiode onder VN-toezicht beheert Indonesië sinds 1963 de regio, zonder dat rekening gehouden wordt met de wensen van de Papoea’s. Daarmee worden de staatsgrenzen van de huidige Republiek Indonesië dezelfde als die van het voormalige Nederlands-Indië.
Migratie
Vanwege de nieuwe machtsverhoudingen verlaten tot in de jaren zestig in totaal ruim 300.000 Nederlanders, Indische Nederlanders en leden van Indonesische minderheidsgroepen (Molukkers, Papoea’s, Chinezen) het land. De meesten gaan naar Nederland. Onder hen zijn 4.000 Molukse soldaten van het voormalig Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en hun gezinnen. In totaal komen er 12.500 Molukkers naar Nederland. Zij verwachten op korte termijn terug te kunnen keren naar een eigen Molukse staat. Maar deze verwachting wordt nooit waargemaakt. Dat leidt in de jaren zeventig tot schokkende gijzelingsacties door jonge Molukse activisten.
Geen verleden tijd
Lange tijd wordt er over de verloren koloniale oorlog gezwegen. De standpunten tussen de grote groep veteranen en een diverse groep migranten uit de voormalige kolonie lopen ver uiteen. Vanaf 2008 wordt de erkenning van de oorlogsmisdaden in de rechtszaal uitgevochten. Het bekendst is de Rawagede-zaak. In 1947 werden in het West-Javaanse dorp Rawagede 431 mannen doodgeschoten door Nederlandse militairen. Zo’n zestig jaar later eisen de weduwen een schadevergoeding. In 2011 oordeelt de rechtbank dat de weduwen hier recht op hebben.
Nog steeds worstelt Nederland met de erkenning van Soekarno’s afkondiging en de daaropvolgende oorlog. In 2020, 75 jaar na de Proklamasi, maakt koning Willem-Alexander excuses voor ‘ontsporingen van geweld’ in de oorlog en feliciteert hij Indonesië met 75 jaar onafhankelijkheid.