Bewoning in late Bronstijd
Een urnenveld in Rande?
Prehistorische bewoning
In een wal langs de spoorlijn Deventer-Zwolle ter hoogte van de Schapenzandweg werd in 1936 een urn van aardewerk met horizontaal doorboord knobbeloor gevonden. Vlakbij lag in een walletje naast een zandweg nog een zogenaamd bijpotje van prehistorisch aardewerk. Dit type aardewerk dateert uit de late Bronstijd, ca. 1200-800 v.Chr., en is typisch voor vroege urnenvelden in Nederland.
De urnenvelden kwamen voor op de wat hogere plaatsen in het landschap, vaak de dekzandruggen. Daarvan is in dit geval ook sprake. Aannemelijk is dat zich in de buurt van de vindplaats een kleine lokale gemeenschap van landbouwers bevond. Vanaf ongeveer 1000 jaar v. Chr. werden doden niet alleen begraven, maar ook gecremeerd. Dit gebeurde op een brandstapel. De crematieresten van het individu werden in een urn gedaan en, los of verpakt in organisch materiaal (zoals doek o.i.d.), in een kuil gelegd. De urnen werden overdekt met een laag zand, waardoor grafheuvels konden ontstaan.
Vanwege gebrekkige vondstgegevens is het moeilijk te beoordelen of het hier om een urnenveld(je) ging, of dat van één urn sprake is omdat de bewoners hier slechts kort hebben gewoond.