15 Bedevaart Werbeek

Maria helpt tegen de pest

Het kan een vergissing zijn. Toch lijkt het erop dat Maria haar ene wenkbrauw heeft opgetrokken. Ze is verbaasd, zou je denken. Hoe kan het, lijkt ze zich af te vragen, dat elk jaar weer vele tientallen inwoners van Eersel naar mij toe komen om bescherming tegen de pest af te smeken? Zouden die mensen niet weten dat deze besmettelijke ziekte al lang geen volksziekte meer is?

Natuurlijk weten die mensen dat. Zeker sinds artsen zo rond 1950 de bestrijding van de (in 1894 geïdentificeerde) pestbacil onder de knie hebben gekregen. Maar ook in de anderhalve eeuw die hieraan vooraf ging, was de ondersteuning van Maria amper nog nodig. De pest steekt in deze periode nooit meer de kop op, vooral dankzij betere hygiëne.

Traditie levend houden

Dit alles heeft de Eerselnaren er niet van weerhouden een eeuwenoude traditie levend te houden – al meer dan 350 jaar, vanaf 1661. Elk jaar op de laatste zaterdag van juni trekken ze – veelal te voet of met de fiets – naar het gehucht Werbeek in de Belgische gemeente Retie. Daar bevindt zich een kapel met het beeld van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. De legende zegt dat een marskramer in 1645 het beeld in Ulicoten (nabij Breda) in de sneeuw aantreft en dat het hem op zijn tocht op onverklaarbare wijze bescherming biedt. Hij plaatst het in een boomstronk in Werbeek. Daar verschijnt kort daarna een houten kapel die in 1665 plaatsmaakt voor de huidige stenen kapel.

De pest

In dezelfde tijd wordt Eersel, net als grote delen van West-Europa, geteisterd door de pest. De besmettelijke ziekte maakt veel slachtoffers, zowat de helft van de plaatselijke bevolking overlijdt. Er gaan stemmen op om de zegen van de maagd Maria af te smeken tegen verdere verspreiding. Waar kan dat beter dan bij de Werbeekse Maria ter Sneeuw, die in deze tijd furore maakt? Bovendien gelegen op een gunstige plek. Immers, in de Zuidelijke Nederlanden kunnen katholieken vrij hun geloof uitoefenen, terwijl dit in het protestantse noorden niet het geval is. Een bedevaartstraditie ontstaat.

Folklore

Tegenwoordig heeft de bedevaart Eersel – Werbeek niets meer van doen met de pestbestrijding. Het is een folkloristisch verschijnsel dat voor velen weliswaar nog een religieuze basis heeft, maar dat het toch vooral moet hebben van de bekoorlijkheden die eromheen hangen. Zoals een ontvangst met erewijn door burgemeester en schepenen van Retie, een vendelgroet door de gilden en een serenade door de harmonie. De bedevaartplechtigheden beginnen met een mis in de parochiekerk van Retie. Hierna trekt men in processie, mét het Mariabeeld, naar de Werbeekse kapel voor de bidstonde. Op de weg terug naar Eersel worden alle herbergen aangedaan en wint de gezelligheid het definitief van de devotie. Een tekstfragment uit het Eersels volkslied onderstreept dit:

De Eerselse mannen die beverten geer, de’s iet de ze allemal kenne …

Ze gan geer na Werbeek, dan lope ze reecht, mar t’rug nie zo recht as er henne ….

In de Eerselse parochiekerk bevindt zich het pelgrimsbeeld, evenals een glas-in-loodraam met de beeltenis van de Werbeek-bedevaart.

Behalve ‘uitgaande’ bedevaarten zoals naar Werbeek (maar ook naar Scherpenheuvel, Hakendover en Beauraing) kent de Kempen in de loop der tijd verscheidene inkomende bedevaarten, bedevaarten naar plaatsen in de Kempen. Zo is er in Reusel jarenlang een levendige Mariaverering en trekt men naar St. Cornelis in Hooge Mierde ter bezwering van de stuipen. Bedevaartoord Steensel is er voor de ondersteuning van de heilige Lucia bij de ziekte rode loop. En in Bergeijk-Weebosch wordt Gerardus Majella aangeroepen voor moeder en kind, en de bescherming van paarden. Al deze heiligenvereringen kunnen niet voorkomen dat de Kempen in de voorbije eeuwen voortdurend te maken heeft met allerlei besmettelijke ziekten. Dat mag zo zijn, de bedevaartganger is net zo volhardend. Werbeek wordt nog elk jaar bezocht en de bedevaarten naar de Weebosch, elk jaar in oktober, zijn zo levendig dat men zelfs spreekt van het Wonder van Weebosch.