In de geschiedenis van Huizen kan men niet om hem heen: Lambert Rijckszoon Lustigh (ca. 1655-1727), schepen en chroniqueur. In zijn vele geschriften behandelt hij de historie van het Gooi, van de eeuwenoude rechten van de Erfgooiers tot bijzondere voorvallen in de Gooise dorpen. Dankzij Lustighs nieuwsgierigheid en optekendrift weten we tegenwoordig veel over het Huizen van vroeger. Het gros van Lustighs geschriften dateert van na 1700. Zijn lijvige boekwerken bevatten veel historische informatie, waarvoor hij het hele Gooi rondtrok om oude documenten te raadplegen en over te schrijven.
Lustigh heeft onder meer de weidegronden van de Erfgooiers aan de Zuiderzeekust opgemeten, omdat hiervan grote stukken in zee verdwenen waren. Daarnaast schreef hij over de dagelijkse gebeurtenissen in zijn woonplaats Huizen, waarover hij de mond vol had: ‘zoo zijn doch evenwel die erfmannen tot Huijsen de ervarendste en verstandigste in politie, koopmanschap en de kunstigste in alderlei handwerk’. Trots was hij ook toen in 1723 twee brandspuiten uit Amsterdam aangekocht waren voor zijn dorp. Hij schreef veel over criminaliteit en straf, waarover hij als schepen goed op de hoogte was. Maar ook zaken als stormen, branden en ongevallen op zee tekende hij op.
Uit Lustighs kronieken blijkt ook zijn grote belangstelling in de Bijbel en zijn diepe geloof in de hand van God. Dit komt onder meer naar voren in zijn relaas over de runderpest, die tussen 1713 en 1720 door Nederland woedde. In april 1713 vernam Lustigh dat de eerste ‘koebeesten’ in de omgeving van Amsterdam ziek werden en stierven. Op 1 november 1713 was de plaag dan ook in Huizen aangekomen. Hierin zag hij duidelijk een straf van God. Met deze en andere verhalen geeft Lustigh ons een waardevol inkijkje in het leven en gedachtegoed van zijn tijd.