De rechtsgeleerde Arnoldus van Daal wordt in 1912 geboren in Amersfoort. Ard heeft een belangrijke rol in het goed georganiseerde verzet in Boskoop. Eind 1944 treft ook hem het noodlot, hij wordt gepakt door de Nazi’s. Via het Oranjehotel en kamp Amersfoort wordt hij afgevoerd naar Duitsland. Hij overleeft de grootste scheepramp uit de geschiedenis maar bezwijkt net na de bevrijding.
Jeugd in Amersfoort
Arnoldus van Daal sr overlijdt onverwachts als de moeder van Ard zwanger is van haar tweede zoon. Ze staat er alleen voor met twee jonge kinderen. Beide zoons blijken bijzonder sportief. Naast zijn opleiding aan het stedelijk gymnasium is Ard lid van de voetbalvereniging A.F.C. Quick. Niet enkel op het veld is Ard actief betrokken, ook is hij bestuurslid en voorzitter van de vereniging. Deze rol kan hij echter niet combineren met zijn rechtenstudie aan de Universiteit van Utrecht, maar hij blijft wel betrokken bij de club; zo schrijft hij bijvoorbeeld verhalen voor het clubblad.
10 mei 1940, Duitse troepen overschrijden de landsgrenzen!
Zoals alle jonge mannen vervuld Ard zijn dienstplicht. Als de veiligheidssituatie in Europa verslechterd krijgt hij uitstel van de mobilisatie om zijn studie af te maken. Op 9 februari 1940 rondt Ard zijn rechtenstudie af, van nu af aan is hij meester in de rechten: mr. van Daal. Lang kan hij niet genieten van zijn diploma-uitreiking; de dag er na moet hij zich melden in Woerden voor militaire dienst. Als op de tiende mei 1940 Duitse eenheden Nederland binnenvallen bevindt Ard zich in het midden van de Vesting Holland. De gevechten om de residentie en de Grebbeberg zijn op relatief korte afstand en de paniek en chaos is compleet. Tot gevechtshandelingen in Woerden komt het die dagen niet.
Verzetswerk vanuit Boskoop
Na de inval lijkt Ard zijn oude leven weer op te pikken. Hij blijft voetballen bij Quick en hij vindt een baan in de haven van Rotterdam. Waarschijnlijk raakt hij daar betrokken bij het verzet. Als de nazi’s vanaf de zomer van 1944 steeds verder worden teruggedrongen levert de verzetsgroep Albrecht belangrijke informatie aan de geallieerden. Eerst enkel per radio, maar later als het zuiden van Nederland bevrijdt is ook met overtochten door de Biesbosch. In Rotterdam wordt het te gevaarlijk voor een zendploeg, zij verhuizen naar Boskoop.
Rond die periode komt Ard in Boskoop wonen aan de Goudse Rijweg 90. Hij trouwt in november 1944 Met Eppie van Iddekinge in het gemeentehuis van Boskoop. Vanuit hun huis worden radioberichten verzonden aan de geallieerden. De telegrafist Tony Visser zendt vanuit hun huis onder de schuilnaam “de vliegende bierbuik”.
Gepakt! Het verblijf in gevangenschap
Half december slaat het noodlot toe. Een Duitse peilwagen heeft de zender gepeild en Duitse troepen omsingelen de woning van Ard en Eppie. Het lukt om de zender op tijd te verbergen maar de Duitse troepen ontdekken de antenne. Het echtpaar, de telegrafist en enkele andere personen worden opgepakt en nog diezelfde dag gebracht naar het Oranjehotel, de beruchte gevangenis in Scheveningen. Ard wordt onderworpen aan fysieke en mentale geseling tijdens de zware verhoren. Uit de papieren die worden gevonden bij de aanhouding, zowel thuis als in zijn zakken, blijkt dat Ard een vooraanstaand persoon is in het lokale verzet. Ard bezit landkaarten met daarop informatie over Duitse opstellingen en hij is betrokken bij de wapendroppingen in de Middelburgse polder. Begin februari 1945 wordt Eppie vrijgelaten, Ard blijft tot 7 maart in de Scheveningse gevangenis. Van het Oranjehotel gaat hij naar het concentratiekamp in Amersfoort waar hij slechts een week zal blijven; op 15 maart vertrekt hij met een transport per trein via Westerbork en Groningen naar kamp Neuengamme, 20 kilometer ten oosten van Hamburg.
In het voorjaar van 1945 komen de Nazi’s steeds verder onder druk te staan door de oprukkende geallieerde legers. De nazi’s proberen de sporen van hun barbaarse kampen te verwijderen voordat de geallieerden de kampen bevrijden. Duizenden verzwakte mensen worden te voet en per spoor uit de kampen op transport gesteld. Vanuit Neuengamme gaan de gevangenen naar de Lübeckerbocht waar zij aan boord van schepen worden gebracht. Deze schepen worden door de geallieerde luchtmacht aangezien als Duitse troepentransportschepen en daardoor onder vuur genomen. De Cap Arcona, een enorm passagiersschip gebouwd voor lijndiensten tussen Europa en Zuid-Amerika wordt beschoten. Aan boord zijn 7000 gevangenen, slechts enkele weten te ontkomen aan de dood.
Nog diezelfde dag geven Duitse troepen in de haven zich over. Ard overleefd de scheepsramp en maakt de bevrijding mee, spoedig wordt hij echter opgenomen in het ziekenhuis. Hij is erg verzwakt na bijna vier maanden gevangenschap en overlijdt op 22 mei 1945 in het ziekenhuis.
Na de bevrijding
Lang blijft het lot van Ard voor Eppie onduidelijk. Na haar vrijlating duikt ze onder en direct na de bevrijding gaat ze naar hem op zoek. Pas na vier maanden komt er duidelijkheid over zijn lot.
In 1949 geeft zij de Azaleagroep, de padvindersgroep in Boskoop, persoonlijk toestemming om de groep naar haar man te vernoemen. Bijeenkomsten van de padvinderij zijn tijdens de oorlog verboden, maar Ard heeft een leidende rol bij de padvinders, mogelijk zijn er zelfs bijeenkomsten bij hem thuis. Sinds die tijd draagt de Boskoopse scouting mr. van Daalgroep met trots zijn naam.
In 1983 worden in de gereformeerde kerk aan Boskoopse verzetshelden de verzetsherdenkingskruizen uitgereikt door Prins Bernhard. Aan Ard wordt postuum het Verzetsherdenkingskruis uitgereikt. Op het kruis staat de opschrijft de Tyrrany verdryven, een verwijzing naar het Wilhelmus.
(Tekst: Mark Boon)
Het venster over de Tweede Wereldoorlog in de Canon van Nederland vind je hier.