Jillis Bruggeman werd op 9 maart 1803 op de Grote Markt in Schiedam aan de galg geëxecuteerd, vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Acht jaar later, in 1811, was homoseksualiteit niet langer strafbaar in Nederland.
De processtukken, die je digitaal kunt inzien bij het Gemeentearchief Schiedam, laten in detail zien hoe de zaak tegen Bruggeman verliep. Bruggeman vestigde zich in 1782 in Schiedam als lid van het kramers- of St. Nicolaasgilde. Voor zijn handel kwam hij geregeld in Rotterdam. Daar leerde hij op een zeker moment een man die Scheurkogel heette kennen. Bruggeman belandde met hem in bed. Die escapade zou Bruggeman later fataal worden. Scheurkogel kwam, nadat hij naar Brabant was vertrokken, in financiële moeilijkheden en ging vervolgens Bruggeman chanteren. Hij schreef zijn moeder dat ze Bruggeman geld af moest troggelen. Bruggeman was zo onverstandig de chantagebrieven te laten zien aan een andere 'vriend', de kleine crimineel Van der Hoop, die er een overschreef. Van der Hoop klikte bij het Schiedamse gerecht met de bedoeling er zelf een slaatje uit te slaan. Hij dacht zelfs samen met de onderschout Bruggeman te kunnen chanteren en de opbrengst te delen. Dat pakte anders uit, want hij kreeg zelf een zware straf. Bruggeman sloeg op de vlucht, maar keerde in 1802 terug naar Schiedam om zich te verweren in de echtscheidingszaak die zijn vrouw had aangevraagd. Hij werd direct opgepakt en op 19 februari 1803 werd hij veroordeeld tot de dood vanwege het begaan van 'sodomie'. De executie werd op 9 maart 1803 voltrokken.
Tegenwoordig is Jillis Bruggeman een symbool voor de onderdrukking van lhbti'ers en zet een stichting onder zijn naam zich in voor hun rechten.