Piet Paaltjens was de nom de plume van François HaverSchmidt (1835-1894). De reden voor de merkwaardige schrijfwijze met een hoofdletter in het midden is dat het eigenlijk twee namen zijn. Hij werd geboren in Leeuwarden en groeide daar op, maar was 32 jaar lang van 1862 tot zijn tragische dood in 1894 predikant in Schiedam. We mogen hem dus wel een Schiedammer noemen.
HaverSchmidt dankt zijn huidige bekendheid vooral aan de melancholieke en geestige gedichten die hij schreef. Zijn bekendste bundel Snikken en grimlachjes verscheen in 1867 bij drukkerij Roelants te Schiedam en zou vele herdrukken beleven.
Haverschmidt was een sociaal bewogen man die zich inzette voor de armen in Schiedam en hij was heel actief binnen het Schiedamse departement van Het Nut. HaverSchmidt was ook een begenadigd spreker. In Schiedam en Vlaardingen begon hij met voorleesavonden, die druk bezocht werden. Hij kreeg er later landelijke bekendheid mee en hoorde bij de bestbetaalde sprekers uit zijn tijd. In zijn voordrachten gebruikte HaverSchmidt ook de fictieve persoon van Piet Paaltjens. Daarnaast voerde hij regelmatig een andere dubbelganger van zichzelf op: Mr. Franciscus Haas. Deze rechter uit de provincie verzon onderwerpen voor de spreekbeurten van HaverSchmidt
Onder dat publieke uiterlijk leed HaverSchmidt onder zwaarmoedigheid en depressie. In zijn preken sprak hij regelmatig over zelfmoord. Het moet ook op zijn gemoedstoestand gedrukt hebben dat hij als ‘modernist’ een geïsoleerde positie innam binnen de Hervormde Kerk en door veel geloofsgenoten werd gemeden. Na jarenlange worsteling met wat HaverSchmidt 'zijn worgengel' noemde, gaf hij de strijd op. Hij hing zichzelf in 1894 op aan het gordijnkoord van de bedstee in de parochie aan de Lange Haven 134.