In Troje gebeurde het met een paard en in Breda met een turfschip. In oorlogen zijn soldaten inventief als er een stad moet worden ingenomen. Is het een sterk verdedigde stad? Verzin een list! In 1590 wilde prins Maurits Breda innemen. Hij verstopte zijn soldaten in een turfschip dat, zoals gebruikelijk, de stad invoer. En zijn plan lukte.
Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten wilden huurlingen verstopt in een schip Dordrecht innemen, maar dat hebben ze geweten. De list liep uit op een faliekante mislukking. Dat is de reden waarom deze gebeurtenis al die tijd aan de aandacht ontsnapt is en pas zeer recentelijk ontdekt is.
In de veertiende en vijftiende eeuw had Holland te lijden onder een burgeroorlog, die bekendstaat als de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Omstreeks 1484 vlamde de burgeroorlog weer op. Een groepje huurlingen kreeg de opdracht om Dordrecht en Gouda bij verrassing in te nemen.
Wie er in dat jaar in deze steden de macht hadden, is niet helemaal duidelijk. Wat dat betreft hadden de twisten iets weg van een voetbalwedstijd: dan weer scoorde de een, het volgende moment de ander. Hoe dan ook, de huurlingen zouden per schip Dordrecht binnenvaren, waarbij de soldaten verstopt waren onder de lading. Maar het plan lekte uit en het schip kon de goed verdedigde haven van Dordrecht niet binnenvaren. Het voer de stad snel voorbij en zette koers naar Gouda. In de buurt van Moordrecht werd het schip aangehouden. Bemanning en soldaten werden gevangengenomen en naar Dordrecht gebracht om berecht te worden. Het vonnis was niet zachtzinnig. Geen wonder ook: het voortbestaan van het bestuur van de stad was er mee gemoeid geweest.
Op 11 augustus 1484 stonden de vier hoofdmannen die het plan hadden beraamd terecht. Dat waren Pieter Roopenzoen van Oosterblock, Heynrick Crauser van Danswyck (Dantzig), Heynrick Dirxzoon van Campen en Jan Dirxzoen. Ze werden ter dood veroordeeld en onthoofd, waarna hun hoofden ter afschrikking op staken werden geplaatst en hun lichamen op het rad werden verbrijzeld. Op 9 september stonden er nog vier huurlingen terecht. Ze hadden tegen betaling meegeholpen aan het plan van de belagers. Dit waren Hans Boem van Meyborch, Gerbrant Mathyszoen van Hoorn, Claes Heyss van Treptou en Laurens Lass van Ronell. Het vonnis was dat bij alle vier de ogen zouden worden uitgestoken, waarna ze levenslang uit Dordrecht zouden worden verbannen.
… dat sy hem hadden verhuert om een aventuerlike reyse te helpen doen, ende soude hebben elx sdaechs vier stuvers. Ende als die reyze volbracht wair, soe souden sy elx hebben enen pont (groot vlaams). …Dat die reyse was om een stede in Hollant in te nemen. Ende siin hier op, voir dese stede gecomen. Ende doen sy hier haer capiteynen en ander volck niet en vonden, soe siin voirt na Rotterdam gecomen…ende daerna in den IJssel om voir de Goude te varen. … Soe sal men hen hiervoir elx beyde haer ogen uutsteken. Ende elck ewelik uut der stede gebannen wesen…
In het standaardwerk over de geschiedenis van Dordrecht uit 1677 door Matthijs Balen wordt dit deel van de burgeroorlog beschreven. Wat zich er in 1484 heeft afgespeeld, wordt echter niet vermeld.
In Troje en Breda werkte deze list misschien, maar in Dordrecht echt niet…