Maurits Verveer werd in 1817 geboren als derde kind in het gezin Verveer. Tot zijn 27ste werkte hij in de zaak van zijn ouders, die aan de Venestraat een winkel in omslagdoeken hadden. Maurits kwam uit een joodse familie, die aanvankelijk in de joodse buurt rond de Nieuwe Kerk woonde. Het was een drukke, overbevolkte wijk met slecht gebouwde huizen en veel straathandel. De familie Verveer verhuisde vanuit deze wijk naar de Dunne Bierkade, waar ook de familie Bosboom en Van Hove woonachtig waren.
Rond 1845 besloot Maurits om net als zijn broers Salomon en Elchanon kunstschilder te worden. Hij begon als houtgraveur en doet regelmatig net als zijn broers mee aan de Tentoonstelling van Kunstwerken van Levende Meesters, aanvankelijk alleen met houtgravures, maar later ook met geschilderd werk. Zijn broer Salomon stoffeerde enkele van zijn schilderijen.
Als schilder had Maurits minder succes dan zijn broers. Hij verandert van beroep en opent in 1857 een ‘photographisch atelier’ in de Wagenstraat in Den Haag. Na de dood van hun vader verhuizen de broers naar de Zeestraat, waar Maurits tussen 1861 en 1891 een fotostudio had. Zijn voornaamste bezigheid is het maken van portretten. Naast particulieren fotografeerde hij politici en leden van het Koninklijk Huis. Hij groeide uit tot een van de bekendste en succesvolste Nederlandse portretfotografen van zijn tijd.
Het kan zijn dat Vincent van Gogh (1853-1890) zijn werk in 1883 bij hem in het atelier van de Zeestraat heeft laten fotograferen. Hij schrijft namelijk in één van zijn brieven aan zijn broer: “Ik ga van een paar teekeningen photographies laten maken in cabinet formaat of iets grooter (om te zien hoe ze in ’t klein zouden doen) bij een photograaf die teekeningen van ter Meulen, Duchatel, Zilcken heeft gephotographieerd. Hij doet ’t voor 75 cents, dat’s niet duur, niet waar. Ik zal den zaaier en de Veenstekers laten doen voorloopig, de een met veel kleinere, de andere met 1 groot figuur. En lukken die, dan zou ik U later als ik teekeningen had photos kunnen sturen om te laten kijken aan Buhot b.v. of hij soms dacht ze te kunnen plaatsen. Van die ze dan willen, kunnen ze de teekeningen zelf ter reproductie krijgen of kan ik ze overteekenen op hun papier.”
Als een van de eerste beroepsfotografen in Nederland specialiseerde Maurits zich in het carte-de-visite-portret, dat kleiner en goedkoper was dan het toen gangbare formaat en rond 1860 zeer populair werd in Nederland. Dit deed hij voornamelijk in opdracht van particulieren. Hij maakt deze carte-de-visite portretjes ook van 'Tijdgenoten op het gebied van Kunsten en Wetenschappen', zoals Jacob van Lennep, Cornelis Springer en Louis Royer. Deze portretjes waren bedoeld voor verzamelalbums.
Vanaf 1863 mocht Maurits zich hoffotograaf noemen en het wapen voeren van de koning, en later dat van de koningin. Maurits fotografeerde verschillende leden van de Koninklijke Familie en maakte het eerste portret van prinses Wilhelmina der Nederlanden als baby.
Maurits volgde de modes binnen het portretgenre en gebruikte typisch 19de eeuwse attributen, zoals zuilen, balustrades en gedrapeerde gordijnen.
In 1890 stopt Maurits Verveer als fotograaf en keert terug naar de schilderkunst. Als laatste van de drie broers overleed Maurits Verveer in 1903.