Ze zijn na de Tweede Wereldoorlog niet weer in het Rijssense straatbeeld teruggekeerd: Marcus Polak, Rachel Pagrach, de Monne (Salomon) en al die anderen. Plaatsgenoten van Joodse afkomst. Al honderden jaren maakten zij deel uit van de Rijssense samenleving, volledig geïntegreerd en toch de eigen identiteit behouden.
Begraafplaats
Uit de archieven blijkt dat er in de 18de eeuw al enkele Joden in Rijssen hebben gewoond. In het laatste decennium van de 18de eeuw kregen de Joodse inwoners een eigen begraafplaats toegewezen op De Hagen. Die werd in 1949 geruimd onder toezicht van een rabbijn; de aangetroffen stoffelijke resten werden herbegraven op de joodse begraafplaats aan de Arend Baanstraat, die daar in 1878 was aangelegd.
Synagoge
In 1813 telde de joodse gemeenschap acht gezinnen. Kostwinners waren werkzaam als handelaar, vleeshouwer en landbouwer. De kinderen bezochten de openbare school. In 1884 liet de gemeenschap een synagoge bouwen aan de Elsenerstraat 47, waar later installateur G. van Dam een winkel had. Begin 20ste eeuw bestond het kerkbestuur uit drie leden en was er een godsdienstleraar voor de kinderen.
Vermoord
De joden van Rijssen en omgeving zijn tussen november 1942 en april 1943 vrijwel allemaal gedeporteerd. Slechts enkelen keerden terug uit de kampen en een klein aantal wist als onderduiker te overleven. De bekende joodse winkelier Ies de Lange overleefde het kamp Auschwitz-Birkenau. Zijn vrouw en vier kinderen kwamen om in het kamp Sobibor. Ies de Lange, Bertha Spanjar en haar zoon Leo waren na de oorlog de enige overgebleven joodse Rijssenaren.
Opslagplaats
De synagoge aan de Elsenerstraat werd na Tweede Wereldoorlog een winkel/opslagplaats. Een deel van de inventaris was naar Almelo overgebracht en bleef daardoor behouden. De joodse gemeente werd in 1948 opgeheven en bij die van Almelo werd gevoegd. Aan de gevel van het pand aan de Elsenerstraat werd eind 1998 een gedenkplaat aangebracht met daarop Psalm 84 vers 2 in het Hebreeuws: "Hoe liefelijk zijn mij Uw woningen, o Heere der heerscharen." De Joodse begraafplaats aan de Arend Baanstraat wordt tegenwoordig door de plaatselijke overheid onderhouden.
Monument
In mei 1990 is op initiatief van Ies de Lange en Leo Spanjar een monument op de joodse begraafplaats opgericht ter nagedachtenis aan de meer dan 100 Rijssense Joden die werden weggevoerd en vermoord. Het monument is door hen ontworpen en bekostigd uit gelden die door de nabestaanden zijn bijeengebracht. De leerlingen van openbare basisschool De Salto hebben het monument geadopteerd en dragen zorg voor het onderhoud. Ieder jaar op 4 mei wordt een dodenherdenkingsplechtigheid gehouden bij het monument. Een stille tocht vertrekt vanaf de parkeerplaats van sportcomplex De Koerbelt naar de Joodse begraafplaats. Leerlingen van De Salto lezen iedere 5 jaar alle namen en leeftijden voor van de weggevoerde joodse plaatsgenoten.