De Staatkundig Gereformeerde Partij vormde jarenlang een meerderheid in de gemeenteraad van Rijssen. De landelijke oprichting van de SGP vond plaats in Middelburg. In 1919 startte de SGP in Rijssen onder de naam Gereformeerde Staatspartij. De kieslijst bevatte namen uit de Es- en Walkerk: A. Baan, (Tojjen-Oarnd), H. Ligtenberg Hzn., (Köstershendrieks oftewel de Toeteboer), J. Schuitert Rzn. (Nieken-Jan) en J.W. Otten. Als de predikanten G.H. Kersten en P. Zandt, de landelijke voormannen, in Rijssen spraken, stonden er honderden toehoorders op het plein van de Haarschool. Baan, Tojjen-Oarnd, mede-eigenaar van een steenfabriek, inmiddels wethouder, zat overigens al in de raad sinds 1897, toen het censuskiesrecht nog gold. Hij was tegen een gasfabriek, omdat er dan op zondag gewerkt moest worden. Pas toen er een extra gasketel geplaatst werd, zodat er op zondag niet gewerkt hoefde te worden, ging hij overstag.
Vals-gebaarde manspersoon
De SGP was (en is) voorstander van een theocratie: boven alle wetten staat de wet Gods als richtsnoer voor het regeren van land, provincie en gemeente. Dat leverde spanningen op, omdat de theocratie binnen de kaders van een democratie moet opereren. Er waren telkens botsingen, daar, waar de principiële uitgangspunten van de SGP zich moesten verhouden tot een werkelijkheid die daarmee niet geheel of gedeeltelijk in overeenstemming was. Op grond van de SGP-principes kon een SGP-wethouder feitelijk geen Sinterklaas ontvangen op het stadhuisbordes, en de zoon van een gewezen Rijssense predikant, Clinge Doorenbos, heeft daar in de Telegraaf ooit nog een gedichtje aan gewijd:
In het vriendelijk stadje Rijssen
was ik geen compleet succes
Daar verscheen wethouder Goosen
niet op het stadhuisbordes
alle leden van de fractie
Broeders van de S.G.P.
zeiden: hier bedrijft men zonde
Dus daar doen wij niet aan mee
het is tegen Gods geboden
al dat grote eerbetoon
voor een doodgewoon geklede
vals-gebaarde manspersoon
Toch deed ik mijn werk in Rijssen
'k maakte heel wat kinders blij
met wie niet in mij kan geloven
heb ik innig medelij
Sterke positie
Naar aanleiding van een affaire rondom het gemeentelijk slachthuis in de jaren twintig stapten zeven SGP-raadsleden uit de gemeenteraad, die uit dertien personen bestond, wat ertoe leidde dat er in de Tweede Kamer vragen werden gesteld over deze kwestie. In 1927 keerde de heropgerichte SGP met vijf man in de raad terug. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de SGP met vier man in de noodraad. In 1946 waren het vijf op de vijftien zetels, in 1953 gegroeid naar zeven van de vijftien zetels. In 1978, toen de raad werd uitgebreid tot negentien zetels, won de SGP er negen en kreeg de partij twee wethouders. Tot aan de fusie met de gemeente Holten in 2000 bestond de raad steevast uit een confessionele meerderheid. Rijssen werd 31 jaar lang voorgezeten door een SGP- burgemeester, namelijk G.J. Smit en E. van Voorden. De SGP-kiesvereniging telde in 1986 775 leden. De studievereniging Da Costa (vooral gericht op junioren) telde in 1989 maar liefst 250 leden. In 2002 vierde men het 75-jarig bestaan van de plaatselijke SGP.
Welsprekendheid
Na de verkiezingen van 2000 telde de nieuwe gemeente ineens ruim 35.000 inwoners met 25 raadsleden. De SGP behaalt zes en de Christen Unie vier zetels; de nieuwe burgemeester werd J. Lonink, lid van de PvdA. De Rijssense gemeenteraad hield in Twente als eerste jaarlijks een vergadering in het dialect, waarbij een beker ging naar het raadslid dat het meest welsprekend was in de Riessense sproake. Nog in de jaren twintig werd in de gemeenteraad met uitzondering van de burgemeester zelf uitsluitend dialect gesproken, ook door de jutefabrikanten die er deel van uitmaakten.