Het onderwijs in Ootmarsum heeft oude papieren. Vanaf het begin van de 15de eeuw, maar waarschijnlijk al eerder, was er een parochieschooltje. De leerlingen leerden allereerst Latijnse gebeden voor gebruik bij de kerkelijke ceremoniën. Vanaf de Reformatie werd het lager onderwijs protestants. De onderwijzers moesten de rooms-katholieke godsdienst afzweren. In Ootmarsum stond aan het Kerkplein vanaf 1684 de Nederduitse (lagere) school, waar kinderen van alle gezindten naartoe gingen. Het toezicht op de school werd uitgevoerd door de kerkenraad, zodat de gereformeerde invloed groot was. Schoolopziener Wijnbeek schreef in 1833 over Ootmarsum: "Hier is slechts eene school; zij heeft een gebrekkig lokaal, dat daarenboven veel te klein is voor het aantal leerlingen, hetwelk in den winter op 280 komt te staan. Gebrek aan geld staat hier de opbouwing in den weg van een nieuw, groot schoollokaal, waarvan het bestek is reeds opgemaakt. Ook hier is gelegenheid bij de Latijnsche school voor het aanleeren van hedendaagsche vreemde talen. Het onderwijs is in allen deele voldoende." De slechte huisvesting duurde tot 1876, toen aan de Oostwal de nieuwe Openbare School gebouwd werd. De oude wapensteen, die oorspronkelijk afkomstig was van de oude Steenen Poort en aanvankelijk was ingemetseld in de gevel van de Nederduitde School, verhuisde mee. De stichtingsjaren van beide scholen (1684 en 1876) werden erin gebeiteld.
Bijzonder lager onderwijs
Als gevolg van de scheiding tussen kerk en staat kwam in 1806 de
eerste wet op het Lager Onderwijs tot stand. Er kwam ruimte voor
openbaar en bijzonder (op godsdienst gebaseerd) onderwijs. De
openbare lagere school was voortaan een school voor kinderen van
alle gezindten, waar het onderwijs strikt neutraal was en elke
godsdienst werd gerespecteerd.
Officieel was het nu mogelijk om bijzondere scholen te
stichten, maar deze werden door de overheid niet gesubsidieerd.
Landelijk ontbrandde toen "de schoolstrijd" die erop gericht was de
financiering van het openbaar en bijzonder onderwijs gelijk te
trekken. Hier en daar werden intussen bijzondere katholieke scholen
opgericht, waar onderwijsgevende congregaties goedkope leerkrachten
leverden. Zo kwam er in Ootmarsum, waar de Zusters van Onze Lieve
Vrouw van Amersfoort een klooster hadden, al rond 1850 katholiek
onderwijs voor meisjes. De schoolstrijd eindigde met de nieuwe
onderwijswet van 1920, die de volledige financiële gelijkstelling
van openbare en bijzondere scholen regelde. In Ootmarsum begon de
schoolstrijd toen pas, een strijd die 5 jaar zou duren.
De Ootmarsumse schoolstrijd
In 1926 was voor de meisjes een nieuwe school, de St. Jozefschool, aan de Putstraat gebouwd. Het was de katholieke bevolking een doorn in het oog dat er voor de jongens geen eigen katholieke school was. Groot voorstander hiervan was ook pastoor Scheepers. Onder zijn bezielende leiding werd van 1927 tot 1932 de strijd aangebonden met tal van instanties. Toen het voorstel voor de bouw van een RK Bijzondere Lagere Jongensschool in 1927 door de raad was goedgekeurd, torpedeerde de toenmalige burgemeester jonkheer E.L.M.Th.J. von Bönninghausen dit besluit. Hij vond het te duur en niet nodig. Hij liet het raadsbesluit door de Raad van State vernietigen. Het kerkbestuur, dat tevens schoolbestuur was, bezon zich onder leiding van pastoor Scheepers op een nieuw plan. Diverse landelijke kranten en zelfs de radio berichtten over "de Ootmarsumse Schoolstrijd". Er werd vergaderd, gediscussieerd en tenslotte hoog spel gespeeld: toen in 1931 de raad opnieuw het besluit tot de bouw van een katholieke jongensschool goedkeurde, had het schoolbestuur de grond inmiddels verworven en begon men onmiddellijk met de bouw van de school. Burgemeester Von Bönninghausen zag zich voor een voldongen feit geplaatst. Hoewel hij aanvankelijk ook dit raadsbesluit door de Raad van State wilde laten vernietigen, gaf hij uiteindelijk zijn verzet op. De bouw kon ongehinderd worden voortgezet en op 1 april 1932 werd de R.K. Jongensschool aan de Denekamperstraat feestelijk geopend. Toen in 1972 werd overgestapt op gemengd onderwijs, veranderde de naam van de school in Pastoor Scheepersschool, een postuum eerbetoon aan de grondlegger.
Samen in één gebouw
Op de plaats van de Openbare School aan de Oostwal werd in 1932 de Nederlands Hervormde School gebouwd. Sinds 2004 is het basisonderwijs gehuisvest aan de Profietstraat in een groot nieuw schoolgebouw genaamd De Bres. Het katholiek basisonderwijs wordt verzorgd in De Meander en het hervormd basisonderwijs in 'n Profiet. Samen vormen zij de Brede School. De Ootmarsumse schoolstrijd is daarmee definitief beslecht.