De Tankenberg bij Oldenzaal is met 85 meter het hoogste punt in de gemeente Losser. Geologisch gezien is de Tankenberg de noordelijke uitloper van het stuwwalcomplex Enschede-Oldenzaal. De ondergrond bestaat uit Tertiaire, mariene sedimenten en Pleistocene afzettingen, die later door erosie voor een groot deel zijn verdwenen. In de ondergrond stroomt voortdurend water naar de negen bronnen rond de voet van de berg.
Berghuizer es
Vanuit het westen gezien wordt het beeld van de Tankenberg
beheerst door de Berghuizer Es. Ze strekt zich binnen een krans van
bronnen en oude erven uit vanaf het Mariakapelletje tot aan de
basis van het Koepeltje. De Es beschermt de sporen die de eerste
bewoners hier hebben nagelaten. Op de Michelskaamp bij het
Kapelletje is een vuurstenen bijl gevonden. Van recenter datum zijn
de grafheuvels ter hoogte van het voormalige restaurant De
Tankenberg. Ten noorden van de berg is een Keltische munt, een
zogenaamd regenboogschoteltje gevonden en een Romeinse munt langs
de Bentheimerstraat. Later zijn de erven verplaatst naar de randen
van de Es. Elk erf kreeg zijn eigen, langgestrekte percelen op de
Es. Veldnamen hebben hier betrekking op de vorm (de lange
kniefbree), de ligging ('t könninkstuk), het gebruik (de bleek) of
de eigenaren (tattershall ziene wear) van de grondstukken.
Oosthelling
Veel minder gecultiveerd is het landschap op de oostelijke
helling en dat komt ook in het veldnamenpatroon tot uiting. Een
processieweg leidde vroeger de berg op. Op het Boakenstuk bij het
erve Brand werden vuren ontstoken. Hieraan kan de Tankenberg zijn
naam te danken hebben. Een "Tan Hill" is in Engeland een berg met
een baken waarop vuren brandden en mensen zich verzamelden. Het
opwellende water wordt naar het noorden afgevoerd door het
Peerdegat precies op de grens van de marken Berghuizen en De Lutte.
In dit gat verdwijnt volgens een mythe een paard dat over de grens
komt aanvliegen in de onderwereld. Vlakbij zou hier de markesteen
gelegen hebben. Men kan hier spreken van de "magie van het
landschap", een begrip dat pas de laatste tijd door de wetenschap
serieus genomen wordt.
Cultusplaats
De top van de berg draagt alle kenmerken van een cultus- en
gerechtsplaats. Men kan zich afvragen wie hier vereerd werd. Peese
Binkhorst schreef in 1846 dat volgens de overlevering de bronnimpf
Fenne hier het hoogst in aanzien stond. Anderzijds werd In 1508 in
het klooster Corvey een afschrift van de Annales van Tacitus uit de
jaren 110-120 n.Chr. teruggevonden. Daarin is sprake van de
verwoesting van de tempel van Tanfana in het land der Marsen. In
1584 localiseerde de cartograaf Ortelius die tempel op de
Tankenberg bij Oldenzaal. Ligt hieraan een oudere overlevering ten
grondslag of was het slechts een constructie op grond van de
overeenkomsten tussen Tan/Tankenberg en fana/fenne?
Het koepeltje
Omstreeks 1250 is de Diederikssaga uit de mond van
Hanzekooplieden in Bergen in Noorwegen opgetekend. De sage vertelt
hoe Diederik van Bern in zijn jonge jaren op zoek naar heldenroem
van Oost naar West, over de waterscheiding door het Teutoburgerwoud
trok. Aan het eind lag het kasteel van Bentheim en de
daaropvolgende nacht bracht Diederik door in Aldinsæla. Tussen
Bentheim en Oldenzaal lag volgens de saga het "Bertanga-land".
Hadden de zegslieden in Noorwegen daarbij de Tankenberg voor
ogen?
Het imponerende landschap met de daaraan verbonden overleveringen
heeft altijd een diepe indruk gemaakt op de mensen. In die geest
handelde J.F. Peese Binkhorst toen hij in 1844 besloot een koepel
te bouwen boven op de Tankenberg met een uitzicht naar het noorden
in de richting van Ootmarsum. Vanaf het begin had het Koepeltje een
grote aantrekkingskracht en heeft er zo aan bijgedragen dat de
overleveringen werden doorverteld. Zo blijft de magie van het
landschap spreken.