De geschiedenis van Monninkhof in De Lutte start indrukwekkend
vroeg. Het begin ligt mogelijk al rond het jaar 800! Zeker vanaf de
vroege 10de eeuw is er sprake van een centrale hoeve, die aan het
hoofd stond van een groot aantal boerenhoeven in de gouw Twenthe.
Die centrale hoeve, ook wel hoofdhof genoemd, lag op een
plek die destijds de geheimzinnige naam Elviteri droeg. De naam
Monninkhof zou pas 3 eeuwen daarna in zwang komen.
Die hoofdhof in Elviteri − met een krap 50 verspreid liggende
boerderijen − was bezit van het Saksische klooster Werden. Hij werd
omstreeks het jaar 800 door de Friese missionaris Liudger (Ludger)
gesticht en pas in 1802 opgeheven! Dat klooster lag ongeveer 120 km
van De Lutte verwijderd, niet ver van de huidige stad Essen in
Duitsland. Het centrum in De Lutte moest de bezittingen in Twenthe
beheren. Dat wil vooral zeggen: zorg dragen voor de afdrachten
"betalingen" aan het klooster in Werden. In geval van nood moest
het ook de militaire verdediging organiseren. Na de periode van
Liudger en zijn familieleden werd het complete bezit van het
klooster Werden gemeenschappelijk bezit. Rond het jaar 1000 echter
ontstond er een deling, waarbij de abt van Werden het grootste deel
kreeg en de monniken de rest. Elviteri in De Lutte met de
bijbehorende hoeven in Twenthe kwam bij die deling aan de monniken.
Vandaar de naam Monninkhof.
Betekenis van de naam Elviteri
De oude naam Elviteri is te begrijpen als we ons enigszins
verdiepen in de oudste taal van onze streken. Het eeuwenoude − nog
steeds bestaande − Nederlandse woord elf wordt gebruikt in
combinatie met het Germaanse woord t(e)re; dat is
Oudnederduits voor "boom", "woud" [vergelijk Engels tree].
De vertaalde betekenis luidt derhalve "Elvenwoud". We hebben hier
duidelijk te maken met een heidens heilig woud, waarin met name de
elven vereerd werden. Waarom moest de aanduiding Elviteri later
uiteindelijk wijken? Waren het de christelijke geestelijken die
niet aan het heidense geloof in elven herinnerd wilden worden?
Waarschijnlijk is dat de beste verklaring. Toch is die opzet van de
geestelijken slechts ten dele gelukt. De aanstootgevende woorden
elve en teri waren weliswaar verdwenen, maar de
bevolking bleef wel spreken over een Hillig Holt. Pas
omstreeks het jaar 1200 − of wellicht nog later − zal de heidense
benaming geweken zijn voor het iets neutralere Hillig Holt ("Heilig
Woud"). Maar de suggestieve naam Elviteri leeft in De Lutte zelfs
nog heden ten dage voort. Namelijk in de naam Elfter Heurne. Dat is
precies dat deel van De Lutte waarin de hoeve Monninkhof nog steeds
ligt.
Ligging van de Monninkhof
De Monninkhof in Elviteri wordt in latere tijd ook wel als een
zaalhof aangeduid. Oorspronkelijk waren zaalhoven meestal
koningshoven, die later ook in het bezit van graven en kloosters
konden komen. Zulke zaalhoven onderscheidden zich door hun ligging.
Ze lagen bij voorkeur op een hoger gelegen terrein, waardoor ze
voordelen bij de verdediging hadden; voordelen die vergroot konden
worden door de nabijheid van bijvoorbeeld moerassen, waardoor een
soort eilandligging kon ontstaan (vergelijk: Deppenbroeck
["moerassig broekland"] bij Monninkhof in De Lutte). Ze hadden
voldoende grond voor goede weiden en geschikt akkerland en
beschikten over vele bronnen (Stakenbeek) in de buurt, maar kozen
steeds plekken waar overstromingen uitgesloten waren. Dikwijls was
er een of andere relatie met een versterking in de buurt
(vergelijk: Altisalja/Oldenzaal). Alle genoemde eigenschappen zijn
(ook) op de hof in Elviteri van toepassing.