Regge en Schipbeek

Waterbeheersing

Tijd van televisie en computers

Waar liggen de bronnen van de Regge? Een tot op heden onbeantwoorde vraag. Haast net zo geheimzinnig en mysterieus als de vele verhalen over de bronnen van de Nijl. Niemand weet het precies. En misschien moeten we dat ook maar zo houden. Het houdt mensen nieuwsgierig. Een nuchter feit is dat de Regge op dit moment begint bij een gemaaltje achter havezate Westerflier, dat water vanuit de Schipbeek in de gracht rond het Westerflier pompt. Vandaar gaat het water via een sloot naar de huidige bovenloop van de Regge om uiteindelijk bij Ommen in de Overijsselse Vecht uit te monden.

Open landschap

Het landschap zag er honderden jaren geleden heel anders uit dan nu. Als je vanaf de brug over de Schipbeek bij boerderij de Houboer kijkt naar het westen, richting Lochem, zie je voor je een groot open gebied met veel grasgronden, boerderijen, verspreid staande bomen en kleine bosjes. Als je goed kijkt, zie je dat het gebied veel lager ligt dan waar jij staat. Denk nu de Schipbeek, boerderijen, bomen en bosjes weg en denk daarvoor in de plaats een groot moerasgebied. Dan heb je zo ongeveer voor ogen hoe het gebied er oorspronkelijk uitgezien moet hebben. Op oude kaarten kun je dat nog goed terug zien. De toenmalige bewoners ontgonnen de moerassen tot landbouwgrond en gaven er namen aan: Gelselaarsebroek, Stokkummerbroek, Markelosebroek.

Economisch belang

Omstreeks 1402 werd vanuit de Hanzestad Deventer de Schipbeek gegraven om een handelsweg over water te krijgen met Westfalen. De stad Zutphen voelde de concurrentie van Deventer en zocht een natte handelsroute oostwaarts via de Berkel. Om zijn doel te realiseren moest Zutphen, evenals Deventer, een aantal toenmalige beeklopen met elkaar verbinden.
Net als nu het geval is, werd ook vroeger uit economisch belang alles in het werk gesteld om de infrastructuur zo goed en efficiënt mogelijk in te richten. Zo werd ook een vaarverbinding gemaakt tussen de Schipbeek en de Regge. De naam van de boerderij (nu pension) De Ziel, wat sluis betekent, nabij het Huis Westerfier, herinnert hier nog aan. De Regge en de Berkel werden bevaren met zompen. Dat waren kleine transportschepen met een geringe diepgang die ook bij zeer lage waterstanden nog konden varen. De Reggezompen werden gebouwd op scheepswerven in het dorp Enter. De meeste schippers kwamen daar ook vandaan. Vanuit Diepenheim werd tot ver in de 19de eeuw het beroemde "Diepenheimse wortelzaad" over de Regge vervoerd. In Diepenheim zelf herinnert het oude pand van schildersbedrijf Ziel, schuin tegenover de Johanneskerk, nog aan de scheepvaart op de Regge. Hierin was eertijds een schippersherberg gevestigd. De naam Ziel komen we in Diepenheim als familienaam nog steeds tegen.

De eisen des tijds

Op dit moment wordt de Regge ingericht naar de eisen en behoeften van deze tijd. In 1993 verscheen de eerste "Regge Visie". De huidige maatschappij vraagt om een schone, milieuveilige en aantrekkelijke omgeving. Schoon oppervlakte- en grondwater zijn daarvan belangrijke componenten. Daarnaast dwingen wijzigingen in het klimaat tot het "veerkrachtig" maken van de watersystemen. Men wil calamiteiten, bijvoorbeeld als gevolg van langdurige en overvloedige regenval, maar ook lange perioden van droogte, kunnen opvangen. Het Waterschap Regge en Dinkel heeft in de afgelopen decennia diverse maatregelen genomen om invulling te geven aan deze maatschappelijke vragen. Zo zijn de meeste waterzuiveringsinstallaties "afgekoppeld", waardoor de kwaliteit van het water sterk is verbeterd. De Regge is via een onderleider onder het Twente Kanaal weer rechtstreeks verbonden met (een deel van) zijn "bovengebied". Diverse stuwen zijn weggehaald of voorzien van vispassages, waardoor vis vanaf de Overijsselse Vecht weer de Regge op kan trekken. Bovendien wordt de Regge weer zoveel mogelijk gelegd in zijn oorspronkelijke beekdal. Zowel bij Diepenheim als ook stroomafwaarts bij Nijverdal, Hellendoorn en Lemele is deze reconstructie te zien. Men beoogt hiermee de landerijen te beschermen tegen overstroming en aan de andere kant verdroging tegen te gaan. Verder worden natuurontwikkeling, kwaliteitsverbetering van het water en het verhogen van aantrekkelijkheid van de leefomgeving met elkaar gecombineerd.