Erve Scholte Lubberink

Erven en boerderijen, wijd en zijd

Tijd van steden en staten

Erve Scholte Lubberink aan de Dorpsstraat in Lattrop (Lattorpe) wordt al in 1395 genoemd. Dit erf in de Bossemhook staat vermeld in het schattingsregister 1475. Omstreeks 1600 wordt eigenaar Denum genoemd. Het was een leengoed van het Huis Putten. Van 1632 tot 1799 was het eigendom van Huis Breklenkamp. In 1799 volgde verkoop van het erf aan Harm Hendrik Beernink (ofwel Scholte Lubberink) en tegelijkertijd aan Jan Hendrik Stokke (ofwel Tijscholte) het toen afgesplitste erf Tijscholte. In de 17de en 18de eeuw heeft erve Scholte Lubberink als schuilkerk gediend voor de katholieken. De huidige eigenaar draagt nog steeds die naam. In het schattingsregister van 1475 staan twaalf Lattropse boerderijen. Scholte Lubberink is misschien de bekendste, maar ook Bonke, Stokke, Boomhuis, Reerink, Bosman, Wigger, Hofste en Dasseler zijn nog steeds voorkomende erfnamen.

Schattingsregister 1475

Erve Scholte Lubberink komt met ongeveer 80 Denekampse boerderijen voor in dat schattingsregister van 1475, een register van te innen belasting. Het register is het meest volledige document van Twentse boerenerven. Het is opgesteld door de rentmeester van Twente, Roelof van Beverfoorde, in opdracht van de bisschop van Utrecht, David van Bourgondië. De bisschop was landheer van Twente. Er is onderscheid gemaakt in gewaarde erven en gewaarde katersteden (keuterboerderijen), die naar gelang hun status belasting betaalden. Gewaard hield in, dat ze aanspraak mochten maken op gebruik van woeste grond.

Deghenincham

Erve Eekman, aan de Brandlichterweg, was zo'n gewaard erf. Eekman komt voor op zeer oude landkaarten. Het was eigendom van de graaf van Bentheim en later van havezate Singraven. Aan het begin van de 16de eeuw stond het als "belmondig" (verlaten) te boek. In 1915 werd het verkocht. Tegenwoordig is Pil eigenaar. Buurschap Denekamp kende in 1475 negen erven: Elferman, Remerman, Otman, Eekman, Auskamp, Sombekke, Broekhuis, Sonderhuis en Schiphorst. De eerste vijf bestaan nog. Dorp Denekamp had vijf erven of boerderijen, te weten Gervelink, Alerdink, Luinink, Weerink en Scholtenhof. Inmiddels zijn deze allemaal verdwenen. Straatnamen herinneren er nog aan.

Tilgede

Erve Aarnink, aan de Ootmarsumsestraat, bestond al in de 13de eeuw. Later werd het een landsheerlijk domein, eigendom van de Staten van Overijssel. Omstreeks 1554 bezat het Huis Ootmarsum "de grove en smale tienden" (gedeeltelijke opbrengst) van dit erf. Luyken en Hueskens worden omstreeks 1600 als eigenaar genoemd. In 1753 kreeg Jan Aernink toestemming van de Staten van Overijssel om een nieuw huis te bouwen. In 1764 werden er huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Jans zoon Hendrik en Gesina ter Morsche. Toen Hendrik overleed (1765), hertrouwde Gesina met Herman Ensink, die de naam Aarnink aannam. In 1811 werden "de grove en smale tienden" verkocht aan Hendrik Aarnink voor f 850,‒.
Tilligte was in 1475 een buurschap waar de erven en boerderijen (21) wijd en zijd verspreid lagen. Het dorp Tilligte bestond nog niet. Tilligte had twee hoven: erve Scholtenhave als De Hoff to Tilgede en erve Aarnink als De Hoff to Arning. Erfnamen als Varwick, Borggreve, Mazeland, Beijerink, Mensman, Enkman, Groeneveld zijn in Tilligte nog steeds terug te vinden.

Brekenincham

Erve Scholte, aan de Jonkershoesweg, werd in 1391 verkocht door Baldewijn van den Laer aan Berend, graaf van Bentheim. In 1475 kreeg het belasting opgelegd van één schilt oftewel 30 stuivers. Erve Scholte had het markerichterschap, in wezen het voorzitterschap van de markevergadering. In 1651 werd het verkocht aan A.H. van Raesfelt op Twickel. Laatste bewoner was Scholten, eigenaar Huis Twickel Delden. Langs tien boerdrijen moest de rentmeester in Breklenkamp om de schatting te innen. Van deze tien worden Brookman, Lutke Veldman, Alberman, Grote Veldman, Nijhof, Molendijk en Scholten, dat in 1475 als De Hoff optrad, nog steeds genoemd.

Nortdorninge

Erve Ahuys aan de Penninksbrugweg wordt in 1396 al genoemd. Het was ooit bezit van de graaf van Bentheim en de bewoners waren horig. De oudst bekende boer was Gerdt Johannink. Ook in deze tijd wordt het erf, terwijl het al langere tijd door Laarhuis wordt bewoond, met de oude erfnaam Ahuys aangeduid. Dat is kenmerkend in Twente. Noord Deurningen was met liefst 27 boerderijen een agrarisch intensieve buurschap. Een tiental zijn versnipperd geraakt, onderdeel geworden van het Singraven of de Sint Nicolaasstichting of anderszins verdwenen. Brandehof, Westerhof en Ottinkhof waren hofboerderijen. Naast deze hofboerderijen komen namen van oorspronkelijke erven uit 1475, al of niet nog bestaand, nog steeds voor. Iland, Eppink, Wiefferink, Johannink, Tijman, Dubbelink, Zwiep, Schildman, Loman, Nosselboer, Wiegink, Koehorst, Grashof en Ahuis zijn er voorbeelden van.