Opgetogen dansten de patriotten in Ommen begin 1795 rond hun vrijheidsboom op het Vrijthof. De legers van de revolutionaire Fransen waren Nederland binnengevallen en de gehate stadhouder Willem V was naar Engeland gevlucht. De patriotten vierden hun overwinning op de Orangisten. Nederland werd omgedoopt in de Bataafse Republiek. Het Ommer stadsbestuur kreeg de naam Provisionele Representanten van het Volk van Ommen. Toch veranderde er in de praktijk vooralsnog niet bijster veel voor de Ommenaren. De bevolking ging over tot de orde van de dag.
Achternamen en huisnummers
Vanaf 1806 nam de greep van de Fransen op het land toe. In dat jaar stelde de Franse keizer Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon aan als koning van Holland. Een omstreden maatregel was de invoering van de dienstplicht. Loting bepaalde welke jongemannen moesten opdraven voor de Nationale Militie en zo mogelijk deelnemen aan de veldtochten van de Franse keizer. Ommen kreeg opnieuw te maken met inkwartiering van soldaten. Na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk in 1810 werd de Franse wet- en regelgeving in Nederland van kracht, met invoering van onder meer de bevolkingsadministratie, achternamen, huisnummers en uniforme maten en gewichten. Dat zal voor de traditionele Ommenaren wel even wennen zijn geweest. De inval van de Kozakken maakte in 1813 een einde aan de Franse overheersing, maar veel van de ingevoerde nieuwigheden bleven van kracht.
Waardig welkom
Aan koning Lodewijk Napoleon hield men in Ommen dubbele gevoelens over. Begin maart 1809 deed het gerucht de ronde dat de koning op zijn reis door Overijssel ook Ommen zou aandoen. Uit welingelichte kringen had het stadsbestuur vernomen dat de majesteit vanuit Zwolle over Ommen zou reizen. In een spoedzitting besprak het bestuur hoe men de koning op waardige wijze zou ontvangen. In allerijl moest de weg naar de Rotbrink bij de aansluiting op de Hessenweg opgeknapt worden. Burgers kregen de opdracht mesthopen langs de straten en in het bijzonder van het Vrijthof te verwijderen. De inwoners maakten versieringen en erebogen voor het hoge bezoek. Alles was net op tijd in orde voor een waardige ontvangst.
Vergeefse moeite
Helaas nam de koninklijke stoet niet de afslag naar Ommen, maar bleef de Hessenweg volgen naar Hardenberg. Zo kon het gebeuren dat de koning de Vechtstad ongemerkt passeerde. De burgemeesters stuurden een bode naar Hardenberg om te horen hoe lang hij daar nog zou blijven. De bode berichtte de volgende morgen dat ze haast moesten maken als ze de koning nog wilden spreken. Onmiddellijk vertrokken twee burgemeesters naar Hardenberg, maar ze visten achter het net: de koning was die ochtend zojuist vertrokken. De burgemeesters besloten de achtervolging in te zetten, haalden het gezelschap in en kregen hun felbegeerde onderhoud. Koning Lodewijk informeerde belangstellend naar de gesteldheid van Ommen en zijn inwoners. Bij het afscheid kregen de burgemeesters een bankbriefje ter waarde van f 1.000,‒ mee voor de armen in de stad. Voor nog geen kwart van dat bedrag was geheel Ommen 3 jaar eerder opnieuw bestraat! Bij terugkomst was er een klein feestje voor de burgerij als dank voor alle moeite.