Kasteel Eerde verwoest

Roofridders

Tijd van steden en staten

Baas

"Niemand vertelt mij wat ik moet doen!", zei ridder Evert van Essen tegen zijn vrouw Margriet van Eerde. Samen woonden ze op kasteel Eerde. Evert vond dat hij niet alleen de baas was over zijn kasteel, maar ook over de omgeving. Hij pikte land van anderen af, dwong de boeren voor hem te werken en viel kooplieden in de buurt lastig. Rond 1374 was iedereen ridder Evert van Essen spuugzat.

Ridders aanpakken

In 1352 hadden de steden Deventer, Zwolle en Kampen een afspraak met de bisschop van Utrecht (de baas van Overijssel) gemaakt. Samen zouden ze tegen vervelende ridders optreden. In 1362 verwoestten de steden en de bisschop samen kasteel Voorst bij Zwolle. Hier woonde de gevreesde ridder Zweder van Voorst.

Niet zo slim

Evert was dus niet zo slim bezig. In 1380 besloten de steden Deventer en Zwolle en de bisschop dat ze kasteel Eerde met de grond gelijk gingen maken. Een groot leger vertrok naar Ommen en belegerde samen met de Ommenaren het kasteel van de gehate Evert van Essen.

Moeilijker dan gedacht

Met blijden (grote katapulten) slingerden de belegeraars grote stenen tegen de muren van het kasteel. Maar Evert had de muren zo verstevigd dat het kasteel bleef staan. Zelfs met het nieuwste wapen van die tijd, het kanon, konden de belegeraars de muren niet kapot schieten.

Afspraak

Na 5 weken maakten de belegeraars een afspraak met Evert van Essen. In ruil voor een schadevergoeding zou Evert het kasteel en Ommen verlaten. Daarna staken de belegeraars het kasteel in de brand.

Hoe liep het af?

Het kan raar lopen in het leven. Na de belegering ontstond er een vriendschap tussen Evert en zijn vijanden. Hij ging zelfs voor de bisschop van Utrecht werken. In 1382 kwam Evert om tijdens een gevecht tegen de Friezen. Zijn vrouw verkocht Eerde aan de familie Van Twickelo. Deze familie liet een nieuw huis op het landgoed bouwen.