Na de verovering van Deventer door prins Maurits in 1591 kwam de stad voorgoed in handen van de opstandige Nederlandse provincies. Nu kon ook de Reformatie op het omliggende platteland op gang komen. Daarbij kregen de gereformeerden steun van de Staten van Overijssel, die volgens een instructie van 1593 de "gereformeerde christelijke religie" moesten helpen planten. Enkele jaren later bepaalde de Overijsselse synode dat de "mispapen" behoorden te worden vervangen door gereformeerde predikanten. Pastoors werden aangemoedigd om de overstap naar de gereformeerde Kerk te maken, waarvoor zij zich eerst moesten onderwerpen aan een theologisch examen.
Predikant Herman Bushof
Eén van de eerste pastoors die de overstap waagden was Herman Bushof uit Holten, die in 1598 in Olst werd benoemd. Hij deed op zondag 3 september zijn intrede als predikant van de nieuwe gemeente. We nemen aan dat omstreeks deze tijd of misschien iets eerder de Willibrordkerk is overgegaan in handen van de gereformeerden. Bushof vertrok al in 1599 en werd vervangen door Rutger Tichler, die Olst ruim 30 jaar als predikant zou dienen. Er was kennelijk geen pastorie voor hem beschikbaar, want in 1610 deed de classis het verzoek dat "onze broder Rutgero Tichler sijne behausing tot Olst mochte getimmert worden, damit hij sijner gemeente alletit mochte bijwohnen, dat hij selfs ook begert."
Verzet van de pastoor
Na de machtsovername door het Staatse leger mocht de katholieke godsdienst niet meer in het openbaar worden uitgeoefend. Maar de pastoor van Olst legde zich niet zomaar neer bij de nieuwe situatie, hij ging de strijd aan met de gereformeerde voormannen om de steun van de bevolking. Dat blijkt wel uit het verzoek van de kerkenraad van Deventer aan de drost van Salland om in te grijpen in Olst. De pastoor was op zijn post gebleven en probeerde de groei van de nieuwe gereformeerde gemeente zo veel mogelijk tegen te gaan "door dien hij den eenvoldighen is dreygende de verdoemenisse" als zij naar de preken van de dominee zouden luisteren. Na het optreden van de drost wordt geen melding meer gemaakt van openlijke spanningen tussen gereformeerden en katholieken in Olst.
Aanhang verschilt per buurschap
Het is niet meer na te gaan op hoeveel aanhang de verschillende godsdienstige groeperingen na de Reformatie in Olst konden rekenen. Die zal per buurschap heel verschillend zijn geweest. Vooral rondom adellijke landgoederen van katholieke eigenaren, die onderdak en bescherming boden aan priesters, bleef de bevolking massaal trouw aan het oude geloof. Er is bijvoorbeeld door de eeuwen heen een grote katholieke bevolkingsconcentratie in de omgeving van havezate Boskamp geweest. In 1960 was nog altijd 75% van de bevolking in deze buurschap katholiek, terwijl in het naburige Wesepe daarentegen bijna geen katholieken woonden.