De watertoren van Daarle

Gezond drinkwater

Tijd van wereldoorlogen

De watervoorziening in Nederland is van vrij recente datum. Eeuwenlang was de bevolking afhankelijk van waterputten op boerenerven of pompen op centrale plekken in dorpen en steden. In de veengebieden was het gebruikelijk om kanaalwater te gebruiken, omdat het water uit de veenputten nauwelijks drinkbaar was.
Door de opkomst van de industrie in de 19de eeuw raakte het grond- en beekwater vervuild. Om de gezondheid van de bevolking te verbeteren, begonnen gemeenten waterleidingnetten aan te leggen, die het water tot "achter de voordeur" brachten. Dit gebeurde het eerst in de steden. Daarna volgden de plattelandsgemeenten en pas in de tweede helft van de 20ste eeuw was het buitengebied aan de beurt.

Waterleiding Maatschappij Overijssel

De provincie Overijssel startte een stimuleringsprogramma om ook de plattelandsbevolking aan te sluiten op het waterleidingnet. Hiervoor werd in 1930 de Waterleiding Maatschappij Overijssel opgericht. Om aan gezond drinkwater te komen bouwde men pompstations, die het water vanuit grote diepte naar boven konden halen. Vervolgens moest het water over grote afstand getransporteerd worden en er moest voldoende druk op de waterleiding zijn. Daarvoor bouwde men waterreservoirs op behoorlijke hoogte. In heel Nederland werden in totaal zo'n 260 watertorens gebouwd.

Locatie

Eén van die watertorens is die van Daarle. Deze toren was niet alleen van belang voor Daarle, maar ook voor de direct omliggende plaatsen. Hij is gelegen op het zuideinde van de Daarler es en is bereikbaar via de gelijknamige weg over een lange oprit tussen de akkers door. De hoge ligging en situering in een open landschap zorgen voor een prachtig uitzicht op de wijde omgeving vanaf de toren. Andersom fungeert de watertoren als beeldbepalend element voor deze omgeving.
Vanwege de hogere ligging in het landschap hoefde de toren minder hoog te worden dan gebruikelijk. Daarle zelf ligt op gemiddeld 9 m boven NAP, terwijl de stuwwal waarop de watertoren staat nog eens 6 à 7 m hoger ligt.

Technisch ontwerp

In 1934 begon de bouw van de toren volgens het standaardontwerp van Dücker & Co. uit Duisburg. Het was een wat afgeslankte variant van andere watertorens uit dezelfde periode, die ommetseld zijn met baksteen. Dat is bij de toren in Daarle niet het geval, waardoor dit de enige in zijn soort is. De achthoekige toren is 33 m hoog en heeft een betonnen waterbassin met een inhoud van 150.000 liter. Er zijn betonnen vloeren en verstevigingsconstructies aangebracht op 9, 14 en 18 m hoogte. Het puntdak heeft een flauwe betonnen helling en is bekleed met zink.

Nieuwe bestemming

In 1995 werd naast het waterwingebied bij Hoge Hexel een nieuw wingebied tussen Den Ham en Vroomshoop in gebruik genomen. Bovendien waren de technische voorzieningen voor het doorpompen zover gevorderd, dat er geen watertorens meer nodig waren voor een constante druk op de waterleiding. Daarom werd de watertoren van Daarle in 1995 buiten gebruik gesteld. De toren is inmiddels verkocht met de bedoeling er een woonbestemming aan te geven. Zijn beeldbepalende functie in het landschap dient echter behouden te blijven.