Begin jaren vijftig vond er een kleine revolutie plaats op sociaal-cultureel gebied in Hellendoorn. Kees Jongejan van de Nijverdalse Jeugdherberg Doevenbree begon met handenarbeidclubs voor kinderen en volwassenen. Dat ging zo goed dat eind 1952 de Stichting voor Sociaal en Cultureel Werk in de Gemeente Hellendoorn, kortweg Stichting Hellendoorn, werd opgericht.
Ons Gebouw en 't Noaberhuus
De stichting was succesvol en kreeg een eigen ruimte in het
voormalige badhuis van het zwembad Duivecate: De Duiventil.
Aanvankelijk dreef de stichting louter op vrijwilligers, maar in
1955 werd de eerste beroepskracht aangenomen en 12 jaar later
volgde de tweede. Intussen was De Duiventil te klein geworden voor
de uitdijende activiteiten en zag men om naar een nieuwe locatie.
Deze werd in 1966 gevonden in het Gebouw voor Christelijke Belangen
aan de Spoorstraat te Nijverdal. Na een verbouwing werd het pand in
1970 omgedoopt tot Ons Gebouw, met daarin de succesvolle Black
Bar.
In Hellendoorn werd in 1970 het voormalige gemeentehuis overgenomen
en ingericht als buurthuis. Het kreeg de naam 't Noaberhuus.
Vrijwilligers
De programmering van de activiteiten veranderde door deze
ontwikkelingen. Hellendoorn en Nijverdal werden aparte secties met
een eigen bestuur. Een derde sectie hield zich specifiek bezig met
activiteiten voor de Molukse gemeenschap en had daarvoor een eigen
Molukse beroepskracht in dienst.
In 1976 was het aantal vrijwilligers uitgegroeid tot driehonderd en
het aantal personeelsleden tot acht. De jaaromzet was sinds de
oprichting toegenomen van f. 2.300,‒ tot f. 650.000,‒,
inclusief
f. 500.000,‒ subsidie van Rijk en gemeente.
Activiteiten
De activiteiten beperkten zich allang niet meer tot handenarbeid. Kinderclubs, dansgroepen, tafeltennis, cursussen voor volwassenen, tienergroepen, kookcursussen, balletgroepen, jongerensoos, exposities, eigen bars, kindervakantieweken, buurthuiswerk, peuterspeelzalen, opvang van alleenstaanden, stimulering van de vitaliteit van kleine kernen, gymnastiekclubs en wijkverenigingen zijn activiteiten waar de stichting in de loop van de jaren bij betrokken was.
Ander beleid
De samenleving was intussen sterk aan het veranderen. Jongeren
roerden zich. Er kwamen meer bars in Nijverdal en Hellendoorn,
zoals Topcorner, Studio Pub en Quasi Modo. Naast de Stichting
Hellendoorn werden er wijk- en buurtverenigingen opgericht. Rond
1980 was er een groot verloop van personeelsleden en vrijwilligers.
Dat kwam mede door het veranderende beleid van de Rijksoverheid.
Subsidies werden nu via gemeenten verstrekt, die daarvoor
vierjarenplannen op moesten stellen. Dat leidde tot andere keuzes.
De stichting werd omgevormd tot een organisatie die diensten
verleende aan bestaande verenigingen, actie- en werkgroepen.
Activiteiten op sociaal en cultureel gebied werden niet langer door
de stichting zelf geïnitieerd, maar vooral gestimuleerd en
gecoördineerd. Er werden drie samenwerkingsverbanden gevormd:
cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk en
samenlevingsopbouw.
Eind jaren negentig is uit deze samenwerkingsverbanden de stichting
De Welle voortgekomen, waarin ook de Stichting Welzijn Ouderen werd
opgenomen. Bunga Tandjung, de sectie voor de Molukse gemeenschap,
bleef vanwege het eigen karakter met een eigen beroepskracht
voortbestaan.