Markeverdeling

Ontginning van woeste gronden

Tijd van burgers en stoommachines

Al aan het begin van de 19de eeuw werd er gepleit voor afschaffing van de markegenootschappen. De marke was immers een overblijfsel uit het ancien regime en sloot niet meer aan bij de nieuwe bestuursstructuur van de 19de eeuw. Andere, meer directe aanleiding voor het pleiten voor verdeling van de woeste markegronden was de precaire voedselsituatie. Het markenstelsel belemmerde volgens velen het ontginnen van nieuwe landbouwgronden. De gedachte was dat particuliere eigenaren meer rendement uit de gronden zouden weten te halen.

Vertraging

Toch zou het nog tot na het midden van de 19de eeuw duren voordat alle marken in de gemeente Hellendoorn verdeeld waren. Oorzaak van de vertraging was aanvankelijk dat de boeren hun woeste gronden niet wilden missen. Deze speelden immers van oudsher een belangrijke rol binnen de dagelijkse bedrijfsvoering. Ook de verschillende bestuurlijke omwentelingen aan het begin van de 19de eeuw zorgden ervoor dat de vernieuwingen niet werden doorgezet. Na 1837 werd het overheidsoffensief hervat. Nu werd het gesteund door alle grondeigenaren. Zij zagen hierin een mogelijkheid om nieuw te ontginnen landbouwgronden te verkrijgen.

2525 ha verdeeld

In Haarle werd er vanaf 1843 intensiever gesproken over de verdeling van de markegronden, die zo'n 2525 ha besloegen. Tot dan toe was er in de buurschap nog maar 109 ha in cultuur gebracht. Doel van de verdeling was de "bevordering van de belangen en de welvaard [sic] van den landbouwenden stand in de marke". De definitieve vaststelling van een verdelingsplan liet nog enkele jaren op zich wachten en de uitvoering ervan begon pas in 1857, toen 63 boeren de hen toebedeelde grond in eigendom kregen. In 1860 werd de verdeling afgerond met de toewijzing van de laatste percelen aan 28 eigenaren. Verschillende wateren en bosjes bleven echter nog gezamenlijk eigendom.

Een langgerekt bestaan

Na de verdeling van de gemeenschappelijke gronden konden de markebesturen in principe worden opgeheven. Vrijwel alle marken in de gemeente Hellendoorn werden dan ook ontbonden tussen 1840 en 1850, behalve de marke Haarle. Hier was niet alle gezamenlijke grond verdeeld en het markebestuur bleef zich bezighouden met aanleg en onderhoud van wegen en sloten. Daarnaast bleven de markeschool en de bijbehorende hoofdonderwijzerswoning onder beheer van het markebestuur. Dat veranderde in het begin van de 20ste eeuw toen de school werd overgedragen aan een katholiek schoolbestuur en de onderwijzerswoning aan het schoolhoofd. Tot ongeveer 1950 bleef het markebestuur nog verantwoordelijk voor het onderhoud van verschillende waterlopen. De ruilverkaveling maakte pas een definitief einde aan de organisatie: in 1974 werd de marke Haarle ontbonden.