Je kunt hem niet over het hoofd zien. Middenin het dorp staat op het plein van de Hervormde Kerk de oude dorpspomp van Heino. De Leug'npompe wordt hij door de Heinoërs genoemd, een verwijzing naar een oud volksverhaal. Tot 1931 zwengelden de inwoners drinkwater uit (onder andere) deze pomp. De aanleg van de waterleiding maakte een eind aan dit dagelijks ritueel.
Eeuwenlang haalden Heinoërs hun drinkwater uit waterputten en pompen bij hun eigen huis of boerderij. De bewoners van het centrum maakten gebruik van de dorpspomp bij de kerk. Ook werd wel regenwater opgevangen in een speciale bak op het erf. Voor andere doeleinden haalde de Heinose bevolking het water soms gewoon uit een nabijgelegen sloot. Dat slootwater was vaak van slechte kwaliteit. Het was verontreinigd door mest en afval, waaronder zelfs slachtafval. Maar ook de pompen en putten van het dorp waren niet altijd te vertrouwen, omdat veel inwoners gewend waren hun privaten te legen in de goot voor hun huis, met alle gevolgen van dien.
Deze praktijken hadden, zonder dat men het besefte, dramatische gevolgen voor de gezondheid. Tot ver in de 19de eeuw werd Heino, net als de andere plaatsen van ons land, getroffen door besmettelijke, levensbedreigende epidemieën, zoals tyfus, cholera, pest en dysenterie. Samen met de gebrekkige hygiënische verzorging en de vaak erbarmelijke woonomstandigheden, zorgde de slechte kwaliteit van het water ervoor dat de mensen veel minder oud werden dan tegenwoordig.
Pas in de tweede helft van de 19de eeuw werden artsen zich ervan bewust dat de slechte kwaliteit van het water oorzaak was van veel besmettelijke ziekten. De oplossing had heel wat voeten in de aarde. Er moesten bronnen worden gevonden met voldoende zuiver water. Vervolgens moesten waterzuiveringsinstallaties het water 100% betrouwbaar maken en er waren watertorens nodig om het gezuiverde water onder druk door een netwerk van waterleidingen te pompen.
Nederland reageerde laat. Terwijl in landen als Engeland, Frankrijk en Duitsland al vanaf 1836 watertorens gebouwd werden, kreeg Den Helder pas in 1856 als eerste gemeente in Nederland een watertoren. Zwolle moest met zijn watertoren en waterleidingen wachten tot 1898. Voor kleinere plaatsen zoals Heino duurde de komst van goed drinkwater nog langer. Het platteland kwam ‒ zoals wel vaker ‒ als laatste aan de beurt. De aanleg van een watertoren was te duur, zodat het dorp moest wachten op aansluiting op een al bestaand netwerk van waterleidingen. Pas op 1 september 1931 was het zover. Vanaf die dag kregen de Heinoërs ‒ na de aanleg van leidingen en kranen in hun huis ‒ water geleverd van de Waterleiding Maatschappij Noord-Overijssel NV.
De komst van de waterleiding betekende het einde van de dorpspomp als leverancier van drinkwater, maar ook als centrale ontmoetingsplaats voor het uitwisselen van de laatste dorpsroddels. De huidige pomp stamt uit eind jaren vijftig van de 20ste eeuw. Hij is gemaakt van arduinsteen en is een reconstructie in de stijl van de vroege 18de eeuw. Bovendien is de pomp voorzien van het gemeentewapen van Heino. Zeker is dat de pomp vele voorgangers heeft gehad, maar hoeveel en uit welke tijd is niet bekend.
De pomp wordt in de volksmond wel de Leug'npompe genoemd, een naam die mogelijk is ontstaan door een oud volksverhaal. Eeuwen geleden reed een voerman met paard en wagen over de zandweg ter Heijne binnen, zoals Heino toen werd genoemd. Het slechte weer deed hem besluiten in het dorp te blijven. Hij liep naar de dorpspomp om water te tappen voor zijn vermoeide paard, maar hoe hij ook zijn best deed, er kwam geen druppel water uit de pomp. De inmiddels gealarmeerde gasten van de herberg reageerden verbaasd. In al die jaren had de pomp namelijk nog nooit dienst geweigerd. Eén van de kroeggangers besloot het zelf te proberen. Hij greep de zwengel en er kwam als gebruikelijk een flinke waterstroom uit de pomp. Toen de voerman de volgende dag Heino verlaten had, kwam men erachter dat de wagen van de voerman vol had gezeten met gestolen goederen. Sindsdien gaat het verhaal dat alleen mensen met een zuiver geweten water uit de pomp kunnen halen.
De pomp ontbreekt inmiddels op geen enkele ansichtkaart waarop de bezienswaardigheden van Heino zijn uitgebeeld. De Leug'npompe is uitgegroeid tot een bekend symbool van het dorp. Zowel de afbeelding als de naam wordt tijdens meerdere gelegenheden gebruikt om Heino op de kaart te zetten. Denk alleen maar aan de Heinose Pompdagen, het dorpsfeest in de derde week van augustus, of aan herenkoor de Pompedoers. De Leug'npompe is zelfs de naam van een uitgave van carnavalsvereniging De Sökkestoppers.
Of de Heinoërs nog steeds roddels of leugens bij de dorpspomp vertellen is niet bekend. Zijn oorspronkelijke functie heeft hij allang verloren, maar de Leugn'pompe is tot op de dag van vandaag een markante verschijning in het centrum van Heino gebleven.