Wonen
In 1899 woonden er ongeveer 28.000 mensen in het Land van Vollenhove. Een groot deel van hen woonde in de stad Steenwijk en in Steenwijkerwold. Andere grote plaatsen waren Zwartsluis en Oldemarkt. In 1947 woonden er 35.000 mensen in het gebied. In 2010 waren dat er al 50.000.
Werken
De mensen die in de steden woonden, hadden ander werk dan de mensen in de dorpen op het platteland. In Giethoorn, Blankenham, Steenwijkerwold, Wanneperveen en Ambt Vollenhove woonden vooral boeren. De inwoners van Steenwijk, Blokzijl, Stad Vollenhove en Zwartsluis werkten als handelaar, visser, meubelmaker of scheepsbouwer. In Oldemarkt, Steenwijk en Steenwijkerwold woonden verveners. Dat waren mensen die in de moerasachtige gebieden turf staken. Turf werd gebruikt om op te koken of de kachel mee te stoken.
Naar de kerk
In 1899 gingen de meeste mensen naar de kerk. Wie niet naar de kerk ging, hoorde er niet echt bij. Het grootste deel van de inwoners van het Land van Vollenhove ging naar de Nederlandse Hervormde kerk. De rest van de bevolking ging naar de gereformeerde, katholieke of doopsgezinde kerk. De Joden gingen naar de synagoge.
Samen?
De mensen op het platteland en in de steden in het Land van Vollenhove zijn altijd al verschillend geweest. Ze voelden zich niet met elkaar verbonden. De boeren en de stadsbewoners vonden verschillende dingen belangrijk. Ze hadden andere beroepen en interesses. Het grote moerasgebied in het midden van het gebied maakte het ook niet gemakkelijk om bij elkaar te komen. Sinds 2001 vormen de oude plattelandsgemeentes IJsselham en Brederwiede samen met Steenwijk de gemeente Steenwijkerland. Daar was veel protest tegen. De plattelandsbewoners wilden niet bij Steenwijk horen. Het zal dan nog wel even duren voordat iedereen zich Steenwijkerlander voelt.