Het verhaal en de plek
Tussen 1845 en 1850 werd de bevolking van Nederland getroffen door een reeks ernstige misoogsten en een riskante uitbraak van cholera. Vooral de armen kregen het in deze jaren zwaar te verduren. Janna Kiezebrink uit Olst uitte deze wanhoop door met hulp van anderen 'beledigende en opruiende geschriften' op huizen aan te brengen. De teksten keerden zich tegen de rijken. De burgemeester liet Janna Kiezebrink hiervoor arresteren op 19 februari 1849. De zaak liep met een sisser af. Er was immers geen sprake van een poging tot georganiseerde opstand: Een wanhopige vrouw reageerde de woede over haar ellendige situatie af op de beter bedeelden.
Het kunstwerk
Hellen Abma is voor haar kunstwerk op zoek gegaan naar de 'Janna Kiezebrinks van nu'. Wat zijn hun dromen, wensen, angsten en idealen? En kan er, door deze op een zorgvuldige wijze te verzamelen en te ontsluiten, opnieuw een helder tijdsbeeld ontstaan? Het kunstwerk bestaat uit twee zuilen, refererend aan de aanplakzuilen uit de 19e eeuw. Hierop zijn wensen, verlangens, dromen en angsten van bewoners van Olst aangebracht. Boven op de zuilen zijn vrouwen afgebeeld die nu van bijzondere betekenis zijn voor de gemeenschap. Zij zetten zich belangeloos in voor anderen en maken zich daar hard voor vanuit een zelfde bevlogenheid als Janna Kiezebrink.
Dit kunstwerk is tot stand gekomen in het kader van het project canonkunst onder leiding van het Kunstenlab uit Deventer en financieel mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.