Onder Franse invloed
In 1795 was de Nederlandse Republiek door de Fransen veroverd. De naam veranderde in de Bataafse Republiek en werd bestuurd door de Fransen. Willem van Oranje, de stadhouder van Holland was al in 1789 naar Engeland gevlucht. De oorlog ging tussen de Fransen en Bataven aan de ene kant en de Engelsen en Russen aan de andere kant. Van deze oorlog worden soms nog spullen gevonden in het duinzand tussen Bergen, Castricum en Wijk aan Zee. Bijvoorbeeld een achttiende-eeuwse uniformknoop of een musketkogel. Heel soms een gedeelte van een skelet.
Groot alarm
Op 26 augustus 1799 was er bij Callantsoog groot alarm. Er klonk zwaar kanonvuur en opeens waren er overal soldaten. Op het strand van Groote Keeten zette een Britse vloot duizenden soldaten aan land. De hertog van York was de opperbevelhebber van de Engelsen. Met Nederland had hij een aantal plannen. Eerst wilde hij Den Helder innemen en de Bataafse Vloot verslaan. Daarna dwars door Noord-Holland naar Amsterdam trekken. Onder de Amsterdamse bevolking was hij van plan om een opstand uit te lokken en daarna wilde hij de Fransen verdrijven.
Strijd en verwoesting
Niet alle plannen van de hertog van York lukten. Den Helder veroveren op de Bataven ging prima. Maar Amsterdam en de rest van Noord-Holland verslaan ging veel minder gemakkelijk. De Engelsen kregen onverwacht sterke tegenstand van het Frans-Bataafse leger. Het Frans-Bataafse leger werd geleid door de generaals Guillaume Brune en Herman Willem Daendels. De Engelsen kregen versterking van Russische soldaten. Dit leger groeide uit 30.000 mannen. De strijd tussen de Franse en Engels-Russische troepen ging heen en weer. Dan weer wonnen de Fransen dan weer het Engels-Russische leger. Op een gegeven moment lag de grens van de Engels-Russische troepen zelfs ten noorden van de lijn Egmond-Haarlem-Hoorn. De Engels-Russische troepen hebben Amsterdam nooit bereikt.
Het einde nadert
Het Hollandse polderland was drassig en lastig om oorlog in te voeren. Bovendien wilde generaal Daendels het gebied boven Amsterdam onder water zetten. Daarom werd de strijd gevoerd in het duingebied. Op 19 september streden de twee legers bij Bergen. Het dorp werd door de Russen ingenomen en geplunderd. Toch werden de Russen weer verdreven tot Petten. Dit kwam door de slechte communicatie tussen de Engelsen en de Russen. Op 2 oktober was er een nieuwe strijd, dit keer konden de Engelsen oprukken tot Egmond aan Zee. De laatste veldslag vond plaats op 6 oktober in de duinen bij Castricum. Hier won het Bataafs-Franse leger overtuigend. In de oorlog vielen veel doden. Alleen al op 6 oktober sneuvelden er bij de Engels-Russische troepen 2500 man en bij de Frans-Bataafse troepen bijna 1500 man. Op 14 oktober gaven de Engels-Russische troepen zich over. De hertog van York kreeg een vrije aftocht. En hij mocht de 25 buitgemaakte Bataafse schepen meenemen. Voor de bevolking duurde het nog lang voor alle schade van de oorlog hersteld was.
Schade voor de bevolking
Voor de mensen die hier woonden had de oorlog veel invloed. Groepen soldaten hadden onderdak nodig. Akkers werden vertrapt. De paarden van de bevolking werden gebruikt voor de oorlog. Er werd geplunderd en de burgers en boeren moesten hun voedsel afstaan aan de troepen soldaten. In totaal waren er bij de strijd 65.000 soldaten betrokken. Het ging om Bataafse, Franse, Engelse en Russische mannen.