Beverwijk laat zich erop voorstaan de stad te zijn met de eerste meubelboulevard van Nederland. Al in 1977 vestigden zich de eerste meubelzaken aan de Parallelweg. Bezoekers konden er zonder problemen parkeren, wat ongetwijfeld bijdroeg aan het succes. De twee andere oude marktsteden Alkmaar en Haarlem volgden het voorbeeld en moderniseerden hun winkelaanbod door de bouw van grote nieuwe winkelcentra. De winkelstraten in hun historische binnenstad werden het domein van shoppend publiek en een groeiende stroom toeristen. Er kwamen in de Kennemer steden en dorpen na 1970 meer vormen van moderne economische bedrijvigheid tot ontwikkeling, vooral in de dienstverlening en de zorgsector. Alkmaar en Haarlem haalden allebei instellingen voor hoger beroepsonderwijs binnen en versterkten hun positie als regionale centra van onderwijs en scholing. De verzorgende functie van de regio breidde zich uit met de groei van zorginstellingen en streekziekenhuizen. Het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk ontwikkelde zich tot hoog gespecialiseerd Brandwondencentrum.
De gemeente Beverwijk gaf in 1980 een vergunning voor zes weken af om aan de rand van de stad een weekendmarkt te houden. Het idee kwam van de lokale makelaar-ondernemer Bart van Kampen. Hij had zich in de Verenige Staten laten inspireren door de daar populaire zolder- en kofferbakopruimingen, waarbij particulieren in de open lucht hun overtollige spullen verkochten. Van Kampen huurde de oude veilinghal die in het weekend leeg stond. Zijn overdekte markt werd meteen een onverwacht groot succes en trok al direct 500 standhouders. De bezoekers stroomden toe en de Bazaar of 'Zwarte Markt van Beverwijk' werd in korte tijd een permanente publieksattractie. Na zes jaar kocht Van Kampen het gebouw van de bloemenveiling en naderhand het hele terrein van de voormalige Coöperatieve Tuinbouwveiling Kennemerland. Of de markt ook op zondag open mocht, was nog een aantal jaren een heet hangijzer. Voor de gemeente telde de schending van de zondagsrust, maar ook het economische schemergebied waarin sommige markthandelaren opereerden. Na een afwijzende beschikking van de gemeente bleef tot 2002 alleen het deel van de markt dat bekend stond als de 'Turkenhal' open. Door hun geloof vielen de islamitische detailhandelaren niet onder de Winkelsluitingswet. De Oosterse Markt werd de grote favoriet van het publiek.
In de loop der jaren ging de gemeente positiever denken, niet in laatste plaats vanwege de uitstraling die de markt voor Beverwijk had en het gunstige effect op de omzet van de lokale middenstand. Een gemeentelijke woordvoeder stelde verheugd vast: 'Als het regent op de Parallelweg, druppelt het op de Breestraat.' Het aantal markthallen werd met verschillende thema-markten uitgebreid. Tegenwoordig telt de markt ruim 3000 kramen en marktwinkels waar verse producten en spullen uit alle windstreken worden verkocht. De Oosterse Markt is nog altijd de best bezochte hal op het terrein, gevolgd door de Grand Bazaar. Zeventig procent van de standhouders op de markt heeft een buitenlandse achtergrond. Bij de 80.000 bezoekers per weekend liggen de verhoudingen precies andersom, het grootste deel is van Nederlandse afkomst.
Een heel ander spraakmakend nieuw initiatief was de aanleg van de zeejachthaven Seaport Marina IJmuiden, geopend in 1994. De haven werd aangelegd buiten de sluizen, aan de verlengde zuidpier en kreeg ruim 600 ligplaatsen, een luxe 'beach-resort', kantoren, een hotel, strandpaviljoens, winkels en een Yachtclub. Het project werd opgezet door de projectontwikkelaars Smit en Coltof en naderhand overgenomen door de in 2004 vermoorde Amsterdamse vastgoedhandelaar Willem Endstra. Verschillende incidenten in de criminele sfeer en ondoorzichtige activiteiten van de appartementenbewoners zorgden voor geruchten over witwaspraktijken en over contacten tussen de 'onder-' en 'boven'-wereld. Natuurbeschermers treurden vooral om het verlies van het nieuwe strand- en duingebied dat zich in de luwte van de verlengde zuidpier ontwikkelde en dat grotendeels door de jachthaven is opgeslokt. Elders aan de kust bedachten creatieve ondernemers eveneens met succes nieuwe zakelijke formules. Naast de strandpaviljoens en horeca voor de traditionele strandbezoekers kwamen er strandtenten als Timboektoe in Wijk aan Zee en Bloomingdale aan Zee aan het Bloemendaalse strand. Zij richten zich op een trendy publiek van twintigers en dertigers uit de stad die er loungen, feesten en naar populaire DJ's luisteren.