'Van Alkmaar de victorie!', wie kent deze uitdrukking niet? Alkmaar doorstond in 1573 met succes een belegering door het Spaanse leger, als eerste stad in de Nederlanden. Nog ieder jaar vieren de Alkmaarders op 8 oktober het vertrek van de Spaanse troepen.
Waarom werd Alkmaar belegerd? Sinds 1568 was het oorlog in de Nederlanden. Willem van Oranje voerde een opstand aan tegen de toenmalige landsheer Filips II, die ook koning van Spanje was. In naam van de koning probeerde Alva met harde hand de rebellie te onderdrukken. Dat bleek moeilijker dan gedacht. In Holland kozen in 1572 diverse steden partij voor de opstand, waaronder Haarlem en ook Alkmaar. Alva's zoon don Frederik kreeg de opdracht om de opstandige steden te heroveren. In juli 1573 viel Haarlem na een beleg van zeven maanden in Spaanse hand. Het volgende doel was de verovering van de 'fortresse' Alkmaar.
Het beleg van Alkmaar begon op 21 augustus 1573. Na aanvankelijke aarzeling had het stadsbestuur in juli een geuzenleger onder leiding van Jacob Cabeliau binnengelaten. Vanaf dat moment werd koortsachtig gewerkt aan het moderniseren van de verdedigingswerken. Maar toen de eerste Spaanse soldaten voor de stad verschenen, waren de werkzaamheden aan de noordkant van de stad nog lang niet klaar.
Alkmaar was al spoedig geheel omsingeld en van verdere bevoorrading afgesloten. Zonder hulp was het beleg op den duur niet vol te houden. Vandaar dat begin september stadstimmerman Van der Mey aan een gevaarlijke tocht door de vijandelijke linies begon. Hij had brieven bij zich waarin om hulp werd gevraagd. Deze bevonden zich in 'sijn pols of stok daer een gat in geboort werd en wederom met een houten nagel toegemaekt'. De Alkmaarders verzochten Diederik Sonoy, die namens Willem van Oranje het bewind voerde in Noord-Holland, om zo snel mogelijk sluizen open te zetten en dijken door te steken zodat de Spanjaarden door het water gedwongen zouden worden het beleg te staken.
Op 18 september probeerden de Spanjaarden door middel van een stormloop de stad te veroveren. De aanval was gericht op de zwakke noordkant van de stad. Na een langdurig bombardement staken de Spaanse troepen de stadsgracht over met stormbruggen, gebouwd op wijnvaten en pramen. Via bressen bij onder meer de Friese poort probeerden ze de stad binnen te komen. De verdedigers verweerden zich met alle middelen, waaronder kiezelstenen en brandende teerhoepen. Ook de burgerbevolking, inclusief vrouwen en kinderen, deed mee aan de strijd. In de zeventiende eeuw wordt er vooral gesproken over de heldhaftigheid van de 16-jarige Trijn Rembrands, die als een man gestreden zou hebben. In verhalen uit die tijd komt ook de dappere Kitman ter sprake, die met één slag van zijn zwaard een Spaanse vaandeldrager van diens beide benen beroofd zou hebben. De bestorming duurde tot een uur of zeven in de avond, maar uiteindelijk dropen de Spanjaarden af, met achterlating van ongeveer 500 doden.
Inmiddels waren toch de sluizen rondom Alkmaar opengezet en allerlei dijken doorstoken. De Spanjaarden besloten al spoedig dat voortzetting van het beleg door het stijgende water onmogelijk was. Op 8 oktober trok het leger definitief weg.
Na het succesvol doorstane beleg veranderde er veel in de stad. De protestantse eredienst werd nu de enige erkende openbare religie en voor katholiek gebleven regenten was er al spoedig geen plaats meer in het stadsbestuur. Vrijheid voor de een betekende niet automatisch vrijheid voor de ander. Ook het landsbestuur veranderde. Binnen Holland vormden de steden nu de belangrijkste machtsfactor. Zelfbewust en trots op haar overwinning van 1573 begon Alkmaar in de zeventiende eeuw aan een lange bloeiperiode.
De viering van het Ontzet
Acht oktober, de dag van het wegtrekken van de Spaanse troepen, werd al spoedig ieder jaar herdacht. Van stadswege werden vlaggen uitgestoken en de kerkklokken geluid. In de Grote Kerk hield men kerkdiensten en 's avonds vierde de burgerij feest met vuurwerk en vreugdevuren. Na een succesvolle viering van Alkmaars Ontzet in 1860 werden er in de jaren erna meerdere verenigingen opgericht die zich ten doel stelden jaarlijks feestelijkheden rondom de viering van het Ontzet te organiseren. In de loop der jaren bleef er maar een over, de in december 1861 opgerichte 'Vereeniging tot de viering van den Gedenkdag van Alkmaars Ontzet in 1573 en ter bewaring van andere historische herinneringen'.
Katholiek Alkmaar deed lange tijd niet mee: i.p.v. voor hen betekende 1573 geen vrijheid maar het begin van eeuwenlange onderdrukking. Aan die afzijdigheid kwam pas na de Eerste Wereldoorlog een einde. Wat hielp was dat het feest in de loop der jaren steeds meer een algemeen karakter kreeg en ook door het koningshuis werd ondersteund. In 1924 namen ook katholieken plaats in de ontzetvereniging die daarom formeel werd opgeheven en heropgericht onder de naam 8 October Vereeniging 'Alkmaar Ontzet'.
Vandaag de dag is '8 oktober' een feest van en voor alle Alkmaarders, waarbij vrijheid het centrale begrip is geworden.